HR 13 juli 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM2452.
Hof Arnhem-Leeuwarden, 12-04-2023, nr. 21-000913-22
ECLI:NL:GHARL:2023:3154
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
12-04-2023
- Zaaknummer
21-000913-22
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2023:3154, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 12‑04‑2023; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2024:1149
Uitspraak 12‑04‑2023
Inhoudsindicatie
Minderjarige. Veroordeling wegens seksueel misbruik van minderjarig [benadeelde 1], mishandeling en vernieling. Vrijspraak van seksueel misbruik minderjarig [benadeelde 2], wegens gebrek aan steunbewijs. Tevens vrijspraak van bezit kinderporno vanwege ontbreken opzet. Gelet op relatief kleine hoeveelheid aangetroffen kinderpornografisch materiaal is niet onaannemelijk dat sprake is van bijvangst. Oplegging van een voorwaardelijke jeugddetentie van 6 maanden, met aftrek van het voorarrest, met een proeftijd van 2 jaren, met bijzondere voorwaarden, waaronder een verplichte behandeling. Oahv van inbeslaggenomen laptop en GSM met kinderpornografisch materiaal.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000913-22
Uitspraak d.d.: 12 april 2023
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 24 februari 2022 met parketnummer 18-314730-20 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2005,
wonende te [adres] .
Het hoger beroep
De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 29 maart 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het onder 1, 2 primair, 4, 5 en 6 tenlastegelegde tot een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 9 maanden met een proeftijd van 2 jaren en oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de Raad voor de Kinderbescherming. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het gerechtshof de onder verdachte in beslag genomen computer en telefoon zal onttrekken aan het verkeer. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. M.K. Bulthuis, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Noord-Nederland heeft bij voornoemd vonnis verdachte vrijgesproken van het onder 1, 2 primair en subsidiair, 3 en 6 tenlastegelegde en verdachte schuldig verklaard ten aanzien van het onder 4 en 5 tenlastegelegde zonder oplegging van een straf of maatregel. Daarnaast heeft de rechtbank de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen en de onder verdachte in beslag genomen computer en telefoon onttrokken aan het verkeer.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.hij in of omstreeks de periode van 13 maart 2017 tot 2 februari 2019 te [pleegplaats] , althans in Nederland, met [benadeelde 1] , geboren op [geboortedag 1] 2007, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (meermalen) een of meer handelingen heeft gepleegd, die (telkens) bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde 1] , te weten het (telkens) brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [benadeelde 1] en/of het betasten van de vagina en/of borsten van die [benadeelde 1] ;
2. primairhij in of omstreeks de periode van 2 februari 2019 tot en met 2 juni 2020 te [pleegplaats] , met [benadeelde 1] , geboren op [geboortedag 1] 2007, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, (meermalen) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die (telkens) bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde 1] , te weten het (telkens) brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [benadeelde 1] en/of het betasten van de vagina en/of borsten van die [benadeelde 1] ;
2. subsidiairhij in of omstreeks de periode van 13 maart 2017 tot en met 2 juni 2020 te [pleegplaats] , met [benadeelde 1] , geboren op [geboortedag 1] 2007, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (meermalen) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het (telkens) betasten van de vagina en/of borsten van die [benadeelde 1] ;
3.hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 2 juni 2020 te [pleegplaats] , althans in Nederland, met [benadeelde 2] , geboren op [geboortedag 2] 2011, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, (meermalen) buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het (telkens) betasten van de penis van die [benadeelde 2] en/of het in aanwezigheid en/of ten overstaan van die [benadeelde 2] aftrekken van zijn, verdachtes, penis;
4.hij op of omstreeks 25 oktober 2020 te [pleegplaats] , [slachtoffer 1] heeft mishandeld door deze tegen het hoofd en/of tegen het lichaam te stompen en/of te slaan;
5.hij op of omstreeks 25 oktober 2020 te [pleegplaats] opzettelijk en wederrechtelijk een deur van een woning gelegen aan/nabij de [straat] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [slachtoffer 1] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
6.hij op of omstreeks 14 december 2020, in elk geval in of omstreeks het jaar 2020, te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens 100/122, althans een hoeveelheid, afbeeldingen, te weten een of meer foto's - en/of een of meer gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten (een) mobiele telefoon(s) en/of een laptop bevattende een of meer foto's - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd,
doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt bij zichzelf
[filename 1]
en/of
het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een penis en/of vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt bij zichzelf
[filename 2]
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
[filename 3]
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op (en/of dichtbij) het lichaam/gezicht van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
[filename 4]
.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft bepleit dat verdachte, conform het vonnis van de rechtbank, dient te worden vrijgesproken van het onder 1, 2 primair en subsidiair, 3 en 6 tenlastegelegde. De raadsvrouw heeft daartoe – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat er onvoldoende wettig bewijs is ten aanzien van het onder 1, 2 primair en subsidiair en 3 tenlastegelegde. De raadsvrouw heeft daarnaast ten aanzien van het onder 6 tenlastegelegde aangevoerd dat er geen bewijs is dat verdachte de kinderpornografische afbeeldingen opzettelijk aanwezig heeft gehad.
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1, 2 primair, 4, 5 en 6 tenlastegelegde. Daartoe heeft de advocaat-generaal – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat er voldoende ondersteunend bewijs is ten aanzien van het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde. Daarnaast heeft de advocaat-generaal voor wat betreft het onder 6 tenlastegelegde – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat voldoende bewijs is dat verdachte de kinderpornografische afbeeldingen opzettelijk voorhanden heeft gehad. De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot vrijspraak voor feit 3.
Oordeel van het hof
Verdachte wordt verweten dat hij [benadeelde 1] (hierna: [benadeelde 1] ) en [benadeelde 2] (hierna: [benadeelde 2] ) – kort gezegd – seksueel heeft misbruikt. [benadeelde 1] heeft verklaard dat verdachte haar borsten en vagina betastte als zij op bed lag en dat verdachte met zijn vingers in haar vagina ging. [benadeelde 2] heeft verklaard dat verdachte zijn penis heeft betast en zich in aanwezigheid van [benadeelde 2] heeft afgetrokken. Daarnaast wordt verdachte verweten dat hij opzettelijk kinderpornografische afbeeldingen op zijn computer en/of telefoon aanwezig heeft gehad. Verdachte ontkent deze beschuldigingen. Verdachte wordt ook verweten dat hij [slachtoffer 1] heeft mishandeld en een deur heeft vernield. Tegen de bewezenverklaring door de rechtbank van deze laatste twee feiten zijn geen verweren gevoerd.
Wettelijk kader
Het hof stelt voorop dat volgens artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) – dat de tenlastelegging in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan – het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend kan worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing in die zin dat zij de rechter verbiedt om tot een bewezenverklaring te komen in het geval dat de door één getuige genoemde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal.1.
De vraag of aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, Sv is voldaan laat zich niet in algemene zin beantwoorden. De vraag of er voldoende steunbewijs is indien de bewezenverklaring zwaar leunt op de verklaring van één getuige, zoals vaak het geval is bij zedenzaken, is afhankelijk van de omstandigheden van het concrete geval. Wel zijn daarvoor in de jurisprudentie enige regels geformuleerd. Zo moet het steunbewijs “voldoende steun” geven aan de verklaring van die getuige, dat wil zeggen dat het steunbewijs op relevante wijze in verband dient te staan met de inhoud van de verklaring van die getuige.2.Steunbewijs mag in beginsel niet enkel afkomstig zijn van dezelfde bron in die zin dat als steunbewijs zou kunnen worden gebruikt de verklaring van een ander aan wie de getuige heeft verteld wat haar of hem is overkomen. Enkel een de auditu (“van horen zeggen”)-verklaring levert op zichzelf niet voldoende steunbewijs op.3.Wel kunnen bepaalde waarnemingen die de de auditu (“van horen zeggen”)-getuige persoonlijk heeft gedaan voldoende steunbewijs opleveren. Ook kunnen eigen waarnemingen van getuigen, die weliswaar niet het kernverwijt (bijvoorbeeld de seksuele handelingen) bevestigen, binnen de context van de gebeurtenissen voldoende zelfstandig onderscheidend zijn om als objectief gegeven in combinatie met andere omstandigheden een rol van betekenis spelen als steunbewijs naast de verklaring van het slachtoffer.4.Het is niet (per se) vereist dat het steunbewijs betrekking heeft op de tenlastegelegde gedragingen.5.
Ten aanzien van het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde
Het hof is van oordeel dat het door de raadsvrouw van verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt daarbij in het bijzonder het volgende.
[benadeelde 1] heeft bij de politie uitgebreid en gedetailleerd verklaard over hetgeen [verdachte] bij haar heeft gedaan. Zij heeft uit zichzelf aan [betrokkene] over het misbruik verteld. Weliswaar naar aanleiding van een vraag van [betrokkene] over het gedrag van [verdachte] , maar de door [betrokkene] gestelde vraag was niet van dien aard dat niet meer van een spontane verklaring door [benadeelde 1] kan worden gesproken. [benadeelde 1] ’s verhaal is bovendien consistent: zij heeft aan [betrokkene] grotendeels hetzelfde verteld als aan de politie. [benadeelde 1] noemt ook concrete tijdstippen, gekoppeld aan gebeurtenissen of bepaalde momenten. Haar verklaring komt op het hof authentiek over. Het hof acht de verklaring van [benadeelde 1] dan ook betrouwbaar.
Haar verklaring vindt voorts voldoende steun in andere bewijsmiddelen. [Slachtoffer en betrokkene] van [benadeelde 1] hebben beiden verklaard dat zij verdachte ’s avonds wel eens zagen op de kamer van [benadeelde 1] terwijl hij daar eigenlijk niks te zoeken had. [benadeelde 1] ’s [betrokkene] heeft verklaard dat zij dat ook wel gek vond. Ook hoorden ze verdachte ’s avonds wel over de overloop lopen. [benadeelde 1] ’s [slachtoffer 1] heeft verklaard dat dit het heftigst was in een periode tussen augustus 2019 tot en met juni 2020. Dit correspondeert met de verklaring van [benadeelde 1] , inhoudende dat verdachte steeds vaker per week aan haar ging zitten en op een gegeven moment ook meerdere keren per nacht. Vanaf de coronaperiode zelfs vier keer per nacht.
Een en ander past daarnaast ook bij verdachtes eigen verklaring dat hij ’s avonds en ’s nachts vaak wakker was en dat hij dan ook wel eens porno keek.
Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde
Voor wat betreft de onder 3 tenlastegelegde ontucht met [benadeelde 2] komt het hof tot een vrijspraak wegens een gebrek aan voldoende steunbewijs. Naar het oordeel van het hof kan geen gebruik worden gemaakt van een schakelbewijsconstructie nu er te weinig essentiële overeenkomsten zijn tussen de feiten 1 en 2 primair enerzijds en feit 3 anderzijds. Dat in beide gevallen sprake zou zijn van het betasten van het geslachtsdeel tijdens de nacht, acht het hof daarvoor in dit geval onvoldoende.
Ten aanzien van het onder 6 tenlastegelegde
Verdachte heeft niet betwist dat er kinderpornografisch materiaal op zijn telefoon en laptop is aangetroffen maar verdachte stelt dat het bezit van dit materiaal niet opzettelijk was. Verdachte heeft verklaard dat er soms via een chatprogramma door leeftijdsgenoten pornografische afbeeldingen aan hem werden verstuurd en dat hij zelf ook wel zocht naar “porno”. Hij heeft de kinderpornografische afbeeldingen niet gezien en hij wist niet dat hij kinderporno op zijn telefoon had.
Voor een bewezenverklaring van het onder 6 tenlastegelegde is vereist dat verdachte – al dan niet in voorwaardelijke vorm – opzet heeft gehad op het bezit van de kinderporno.
Uit het dossier leidt het hof af dat op de laptop en telefoon van verdachte in totaal 122 kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen, waarvan 100 – aangetroffen op de telefoon van verdachte – door de politie zijn aangemerkt als strafbare kinderpornografische afbeeldingen. Daarnaast blijkt uit het dossier dat op de laptop en/of telefoon van verdachte in totaal 195.497 afbeeldingen zijn aangetroffen. Niet geverbaliseerd is of het gaat om pornografische of niet-pornografische afbeeldingen. Het dossier bevat voorts geen informatie over hoe de kinderpornografische afbeeldingen op de telefoon van verdachte terecht zijn gekomen. Nader onderzoek daarnaar was blijkens het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [persoon] van 14 februari 2023 niet meer mogelijk.
Het hof overweegt dat uit het enkele feit dat op een gegevensdrager naast “gewone” (pornografische) afbeeldingen kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen, niet zonder meer kan worden afgeleid dat de gebruiker zich ook “willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans” kinderpornografisch materiaal te krijgen. In dit geval betreft slechts een klein percentage van de in totaal aangetroffen afbeeldingen op de telefoon en/of laptop van verdachte kinderpornografisch materiaal. Gelet daarop is het niet onaannemelijk dat sprake is van “bijvangst”. Om die reden zal het hof verdachte van het onder 6 tenlastegelegde vrijspreken.
Ten aanzien van het onder 4 en 5 tenlastegelegde
Verdachte heeft deze feiten op de zitting niet betwist. Het hof volstaat met de vaststelling dat beide feiten bewezen kunnen worden op grond van de bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 primair, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.hij in de periode van 13 maart 2017 tot 2 februari 2019 te [pleegplaats] , met [benadeelde 1] , geboren op [geboortedag 1] 2007, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, meermalen handelingen heeft gepleegd, die (telkens) bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde 1] , te weten het (telkens) brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [benadeelde 1] en/of het betasten van de vagina en/of borsten van die [benadeelde 1] ;
2.primairhij in de periode van 2 februari 2019 tot en met 2 juni 2020 te [pleegplaats] , met [benadeelde 1] , geboren op [geboortedag 1] 2007, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, meermalen ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die (telkens) bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde 1] , te weten het (telkens) brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [benadeelde 1] en/of het betasten van de vagina en/of borsten van die [benadeelde 1] ;
4.hij op 25 oktober 2020 te [pleegplaats] , [slachtoffer 1] heeft mishandeld door deze tegen het hoofd en tegen het lichaam te stompen en/of te slaan;
5.hij op 25 oktober 2020 te [pleegplaats] opzettelijk en wederrechtelijk een deur van een woning gelegen aan de [straat] , toebehorende aan [slachtoffer 1] , heeft vernield.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Het onder 2 primair bewezenverklaarde levert op:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:
mishandeling.
Het onder 5 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zijn twee jaar jongere [benadeelde 1] in de bewezenverklaarde periode (ruim drie jaar) seksueel misbruikt. Verdachte heeft gedurende die periode seksuele handelingen verricht, die bestonden uit het brengen van de vingers in de vagina van het slachtoffer en het betasten van haar borsten en vagina. Dit zijn zeer ernstige feiten, waarmee verdachte ernstig inbreuk heeft gemaakt op de geestelijke en lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Het is een feit van algemene bekendheid dat bij slachtoffers van dergelijke delicten lange tijd gevoelens van angst en onzekerheid kunnen blijven bestaan. Uit hetgeen [slachtoffer 1] ter terechtzitting van het hof heeft verklaard blijkt dat het slachtoffer deze nadelige gevolgen heeft ondervonden en nog steeds ondervindt. Verdachte heeft zich laten leiden door zijn seksuele gevoelens en heeft destijds kennelijk niet stilgestaan bij de gevolgen die het bewezenverklaarde voor het slachtoffer zouden hebben. Daarbij heeft dit alles plaatsgevonden binnen het gezin en op plaatsen waar het slachtoffer zich bij uitstek veilig zou moeten voelen.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan mishandeling van [slachtoffer 1] en vernieling van de voordeur van de woning van [Slachtoffer en betrokkene] . Verdachte heeft daarmee de lichamelijke integriteit van [slachtoffer 1] aangetast. De vernieling getuigt van een gebrek aan respect voor andermans eigendommen.
Het hof heeft acht geslagen op de inhoud van het uittreksel Justitiële Documentatie van 1 maart 2023, betrekking hebbend op het justitieel verleden van verdachte, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
Ten slotte heeft het hof rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals gebleken uit het verhandelde ter terechtzitting, het psychologisch Pro Justitia rapport van 9 maart 2021, opgesteld door drs. J.A.M. Gresnigt, klinisch psycholoog, en het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming, van 21 juli 2021.
Uit het psychologisch rapport blijkt dat bij verdachte sprake is van een reactieve hechtingsstoornis, persisterend, en een posttraumatische-stressstoornis met dissociatieve symptomen. Daarnaast is sprake van een bedreigde ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. Voorts is sprake van een ouder-kindrelatieprobleem. Omdat verdachte de tenlastegelegde feiten ontkent, heeft de gedragsdeskundige niet kunnen vaststellen of er sprake is van een doorwerking van een mogelijke stoornis in het tenlastegelegde en zo ja, wat deze doorwerking behelst.
De gedragsdeskundige heeft naar aanleiding van het onderzoek geconcludeerd dat er meerdere risicofactoren en enkele beschermende factoren zijn. Indien de tenlastegelegde feiten worden bewezen is er sprake van een erg zorgelijke situatie. De gezinscontext en/of een context met nauw contact met minderjarige meisjes en/of jongens zonder voldoende toezicht is een context waarin de kans op recidive nadrukkelijk hoger is. Belangrijke risicofactoren zijn het niet nemen van verantwoordelijkheid en het zich niet inleven in de slachtoffers. Daarnaast toont verdachte geen berouw en is sprake van cognitieve vervormingen. Een mogelijke andere risicofactor is de moeite die verdachte heeft (gehad) met het beheersen van zijn seksuele drang en verlangens, wat onder andere blijkt uit het overmatig porno kijken in het verleden. Daarnaast lijkt verdachte moeite te hebben met het beheersen van woede. Dit, tezamen met individuele risicofactoren, waaronder de traumatisering, hechtingsproblematiek, scheefgroei in zijn persoonlijkheidsontwikkeling en zijn beperkte motivatie voor begeleiding of behandeling, zorgt ervoor dat de kans op recidive in het plegen van gewelds en/of zedendelicten op korte en middellange termijn hoog is in de gezinscontext en/of in een vergelijkbare context.
De gedragsdeskundige adviseert bij een bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten een forensische behandeling van zijn seksueel grensoverschrijdende en agressieve gedrag. Er kan gedacht worden aan voorlichting over seksualiteit, relatievorming en over de gevolgen van grensoverschrijdend gedrag. Voorts kan er gedacht worden aan cognitief-gedragstherapeutische interventies gericht op het reguleren van seksuele behoeftes en van
emoties/agressie en aan empathietraining. Tevens is van belang om delictpreventieve- en nieuwe gedrags-, cognitieve- en emotionele strategieën in te oefenen en in te slijpen. Daarnaast is het de vraag of de traumabehandeling zoals die heeft plaatsgevonden, voldoende effect heeft gesorteerd. Wellicht is nadere traumabehandeling geïndiceerd.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft in het rapport geadviseerd tot het opleggen van een voorwaardelijke jeugddetentie en toezicht van de jeugdreclassering met een lange
proeftijd en bijzondere voorwaarden, te weten een locatieverbod voor de wijk [naam 1] , een contactverbod met [benadeelde 2] en [benadeelde 1] en een behandelverplichting.
Verdachte heeft tijdens de zitting van het hof verklaard dat hij vindt dat hij al genoeg behandelingen heeft gehad.
Het hof komt in verband met een beperktere bewezenverklaring tot een lagere straf dan geëist door de advocaat-generaal. Alles overziend is het hof van oordeel dat een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 6 maanden, met aftrek van het voorarrest, met een proeftijd van 2 jaren passend en geboden is. Het hof zal daaraan een behandelverplichting als bijzondere voorwaarde verbinden. Het hof acht het namelijk, gelet op het psychologisch rapport, wel noodzakelijk dat verdachte een behandeling krijgt gericht op het voorkomen van herhaling van soortgelijke (seksuele) delicten, althans voor zover en zolang de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht. Daarnaast zal het hof als bijzondere voorwaarde een contactverbod met [benadeelde 1] opleggen. Voor het opleggen van een contactverbod met [benadeelde 2] of een locatieverbod voor de wijk [naam 1] ziet het hof thans geen aanleiding.
In beslag genomen goederen
De inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven laptop en telefoon, met daarop kinderpornografische afbeeldingen, zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte onder 1 en 2 primair bewezenverklaarde feiten aangetroffen. Zij behoren aan verdachte toe en kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten dan wel tot belemmering van de opsporing daarvan. Zij zullen worden onttrokken aan het verkeer aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
Vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen
De advocaat van de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] , [persoon 2] , heeft per e-mail van 23 februari 2023 de door de benadeelde partijen ingediende vorderingen ingetrokken. Dit brengt mee dat deze vorderingen geen bespreking behoeven.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 3 en 6 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 primair, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 primair, 4 en 5 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 6 (zes) maanden.
Bepaalt dat de jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dat noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- -
de verdachte zich onder behandeling zal stellen van een deskundige of zorginstelling, nader te bepalen door de jeugdreclassering, teneinde diagnostiek en een behandeling gericht op het voorkomen van herhaling van soortgelijke (seksuele) delicten, voor zover en zolang de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht;
- -
de verdachte gedurende de volledige proeftijd geen contact zal leggen of laten leggen met [benadeelde 1] , geboren op [geboortedag 1] 2007.
Geeft opdracht aan [de Jeugdbescherming] tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 1 stk computer (omschrijving: 1279869, rood, merk: Samsung);
- 1 stk GSM (omschrijving: 1341473, Huwaei).
Aldus gewezen door
mr. E.C.M. Wolfert, voorzitter,
mr. H.J. Deuring en mr. M.J.F. van der Wolf, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.M. Nicolai, griffier,
en op 12 april 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. M.J.F. van der Wolf is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 12‑04‑2023
HR 6 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BQ6144.
Zie bijvoorbeeld HR 19 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1247.
Zie bijvoorbeeld HR 8 september 2015, ECLI NL:HR:2015:2483 en HR 22 december 2015:ECLI:NL:HR:2015:3638.
HR 15 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:717.