RvdW 2020/160:Poging tot afpersing, art. 317 lid 1 Sr. Veroordeling in hoger beroep na vrijspraak in eerste aanleg zonder nadere bewijsoverweging. De in NJ 2019/239, m.nt. Kooijmans voor specifieke gevallen aanvaarde regel, vindt in de onderhavige zaak geen toepassing (vgl. NJ 2020/14, m.nt. Kooijmans), terwijl zich evenmin een andere omstandigheid zich voordoet op grond waarvan het hof gehouden was ambtshalve personen op te roepen en te horen en/of ambtshalve de bedoelde camerabeelden ter terechtzitting te bekijken.