Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 273/2004 inzake drugsprecursoren
Artikel 13 ter Gegevensbescherming
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2013
- Bronpublicatie:
20-11-2013, PbEU 2013, L 330 (uitgifte: 10-12-2013, regelingnummer: 1258/2013)
- Inwerkingtreding
30-12-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2013, PbEU 2013, L 330 (uitgifte: 10-12-2013, regelingnummer: 1258/2013)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
De verwerking van persoonsgegevens door de bevoegde instanties in de lidstaten geschiedt in overeenstemming met nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen ter omzetting van Richtlijn 95/46/EG en onder toezicht van de in artikel 28 van die richtlijn bedoelde toezichthoudende autoriteit.
2.
Onverminderd artikel 13 van Richtlijn 95/46/EG mogen persoonsgegevens die uit hoofde van deze verordening zijn verkregen of verwerkt, alleen worden gebruikt om misbruik van geregistreerde stoffen te voorkomen.
3.
De verwerking van persoonsgegevens door de Commissie, onder meer voor de Europese databank, geschiedt in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 en onder toezicht van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.
4.
De lidstaten en de Commissie verwerken geen persoonsgegevens op een wijze die niet verenigbaar is met de doelstellingen als bedoeld in artikel 13 bis.