Einde inhoudsopgave
Invoeringswet Boeken 3, 5 en 6 nieuw B.W. (twaalfde gedeelte)
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
06-12-1991, Stb. 1991, 610 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
02-04-1991, Stb. 1991, 198 (uitgifte: 14-05-1991, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19528 Overheid.nl: 19528)
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-1991, Stb. 1991, 200 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
17-04-1991, Stb. 1991, 200 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Gedingen waarin de inleidende dagvaarding is betekend dan wel het inleidende verzoekschrift is ingediend voor het tijdstip van het in werking treden van de wet, worden geheel afgedaan met toepassing van de voorschriften van procesrechtelijke aard die voor dat tijdstip golden, voor zover niet uit de volgende artikelen anders voortvloeit. Het in de vorige zin bepaalde geldt ook voor de afdoening van een eis of verzoek, in het geding bij wege van reconventie gedaan, ook indien dat na het in werking treden van de wet is geschied.