Einde inhoudsopgave
Invoeringswet Boeken 3, 5 en 6 nieuw B.W. (twaalfde gedeelte)
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
06-12-1991, Stb. 1991, 610 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
02-04-1991, Stb. 1991, 198 (uitgifte: 14-05-1991, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19528 Overheid.nl: 19528)
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-1991, Stb. 1991, 200 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
17-04-1991, Stb. 1991, 200 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
1.
De bepalingen van de wet betreffende executie door een pand- of hypotheekhouder zijn van toepassing, voor zover krachtens de artikelen 110 en 116 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek de bepalingen van dat wetboek betreffende een zodanige executie van toepassing zijn.
2.
In geval na openbare verkoop overeenkomstig artikel 1223, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat tevoren gold, de artikelen 270 tot en met 273 van Boek 3 niet van toepassing zijn en een rangregeling wordt verlangd, geschiedt deze met toepassing van het vóór het in werking treden van de wet geldende recht.