Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (A)
4.5 Gebruik van een Europees reisdocument
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2017
- Bronpublicatie:
28-03-2017, Stcrt. 2017, 17943 (uitgifte: 31-03-2017, regelingnummer: WBV 2017/3)
- Inwerkingtreding
01-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-03-2017, Stcrt. 2017, 17943 (uitgifte: 31-03-2017, regelingnummer: WBV 2017/3)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Het vertrek van een vreemdeling uit Nederland mag plaatsvinden met behulp van een Europees reisdocument. Het Europees reisdocument wordt afgegeven door de DT&V als op grond van Ć©Ć©n of meer aanwijzingen de nationaliteit of identiteit van de betrokken vreemdeling wordt aangenomen. Aan het Europees reisdocument worden bewijsmiddelen gevoegd als ondersteuning van de identiteit of nationaliteit van de vreemdeling. De bewijsmiddelen mogen geen asielgerelateerde informatie bevatten.
Het Europees reisdocument mag worden gebruikt:
- ā¢
bij terugkeer van een vreemdeling naar het land van herkomst;
- ā¢
bij de terugkeer van een vreemdeling naar een ander land dan het land van herkomst;
- ā¢
als geldig ondersteunend document voor grensoverschrijding bij overdracht van een vreemdeling naar een Europees land.
Om gebruik te maken van een Europees reisdocument in het kader van het vertrek van de vreemdeling uit Nederland moet aan alle volgende voorwaarden worden voldaan:
- ā¢
het is niet mogelijk gebleken tijdig een geldig document voor grensoverschrijding te verkrijgen van de autoriteiten van het land van herkomst of een derde land, of er zijn met de autoriteiten van het betreffende land afspraken gemaakt over het gebruik van het Europees reisdocument;
- ā¢
er bestaan Ć©Ć©n of meerdere aanwijzingen op grond waarvan de nationaliteit en/of identiteit van de vreemdeling aangenomen kan worden;
- ā¢
er bestaat een redelijke kans dat de vreemdeling wordt toegelaten in het land waar de vreemdeling naar terug moet keren.