NJ 2012/596
Oordeel dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld, is ontoereikend gemotiveerd.
HR 09-10-2012, ECLI:NL:HR:2012:BX8087
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 oktober 2012
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
11/03453
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- LJN
BX8087
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BX8087, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑10‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BX8087, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑10‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑12‑2011
- Wetingang
Sr art. 289
Essentie
Het hof heeft moord bewezen verklaard overwegend dat de voor voorbedachte raad vereiste gelegenheid om na te denken over de betekenis en de gevolgen van de voorgenomen daad en om zich daarvan rekenschap te geven, zich in het bijzonder voordeed tijdens het steken van het slachtoffer. Dit oordeel is onvoldoende gemotiveerd nu het hof tevens heeft overwogen dat aan zijn oordeel over de voorbedachte raad niet afdoet “de door de raadsvrouw aangevoerde omstandigheid dat de verdachte daarbij een waas voor ogen zou hebben gehad”. Vgl. HR LJN BR2342, NJ 2012/518.
Partij(en)
Arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.