Einde inhoudsopgave
Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Artikel 174 Geschillen die vragen opwerpen over het recht van de Unie
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2020
- Bronpublicatie:
24-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Wanneer een overeenkomstig deze titel ter arbitrage voorgelegd geschil leidt tot een vraag over de uitlegging van een begrip in het recht van de Unie, een vraag over de uitlegging van een bepaling van het recht van de Unie bedoeld in dit akkoord of een vraag of het Verenigd Koninkrijk heeft voldaan aan zijn verplichtingen krachtens Artikel 89, lid 2, neemt het arbitragepanel geen besluit over die vraag. In een dergelijk geval verzoekt het arbitragepanel het Hof van Justitie van de Europese Unie om zich over die vraag uit te spreken. Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd om daarover een uitspraak te doen die bindend is voor het arbitragepanel.
Het arbitragepanel doet het in de eerste alinea bedoelde verzoek na de partijen te hebben gehoord.
2.
Onverminderd de eerste zin van de eerste alinea van lid 1, kan de Unie of het Verenigd Koninkrijk, als de Unie of het Verenigd Koninkrijk van oordeel is dat een in lid 1 bedoeld verzoek moet worden gedaan, daartoe opmerkingen indienen bij het arbitragepanel. In een dergelijk geval dient het arbitragepanel het verzoek overeenkomstig lid 1 in, tenzij de opgeworpen vraag geen betrekking heeft op de uitlegging van een begrip in het recht van de Unie, de uitlegging van een bepaling van het recht van de Unie bedoeld in dit akkoord, of het feit of het Verenigd Koninkrijk aan zijn verplichtingen krachtens Artikel 89, lid 2, heeft voldaan. Het arbitragepanel motiveert zijn beoordeling. Binnen 10 dagen na de beoordeling kan elk van de partijen het arbitragepanel verzoeken om zijn beoordeling te herzien en wordt binnen 15 dagen na het verzoek een hoorzitting georganiseerd waarop de partijen kunnen worden gehoord. Het arbitragepanel motiveert zijn beoordeling.
3.
In de in de leden 1 en 2 bedoelde gevallen worden de in Artikel 173 vastgestelde termijnen opgeschort totdat het Hof van Justitie van de Europese Unie uitspraak heeft gedaan. Het arbitragepanel is niet verplicht uitspraak te doen binnen 60 dagen, gerekend vanaf de datum waarop het Hof van Justitie van de Europese Unie uitspraak heeft gedaan.
4.
Artikel 161, lid 2, eerste alinea, en Artikel 161, lid 3, zijn mutatis mutandis van toepassing op de procedures die overeenkomstig dit Artikel bij het Hof van Justitie van de Europese Unie aanhangig zijn gemaakt.