Einde inhoudsopgave
Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Artikel 171 Instelling van het arbitragepanel
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2020
- Bronpublicatie:
24-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het Gemengd Comité stelt uiterlijk aan het eind van de overgangsperiode een lijst vast van 25 personen die bereid en in staat zijn om als lid van een arbitragepanel op te treden. De Unie en het Verenigd Koninkrijk stellen daartoe elk tien personen voor. Ook stellen de Unie en het Verenigd Koninkrijk gezamenlijk vijf personen voor die het voorzitterschap van het arbitragepanel kunnen bekleden. Het Gemengd Comité waarborgt dat de lijst te allen tijde aan deze vereisten voldoet.
2.
De krachtens lid 1 opgestelde lijst omvat enkel personen die alle waarborgen voor onafhankelijkheid bieden en aan alle gestelde eisen voldoen om in hun onderscheiden landen de hoogste rechterlijke ambten te bekleden, of die bekendstaan als kundige rechtsgeleerden, en die beschikken over gespecialiseerde kennis van of ervaring met het recht van de Unie of internationaal publiekrecht. De lijst omvat geen leden, ambtenaren of andere personeelsleden van de instellingen van de Unie of van de overheid van een lidstaat of van de overheid van het Verenigd Koninkrijk.
3.
Een arbitragepanel bestaat uit vijf leden.
4.
Binnen 15 dagen na de datum van een verzoek overeenkomstig Artikel 170 wordt het panel ingesteld overeenkomstig de leden 5 en 6.
5.
De Unie en het Verenigd Koninkrijk benoemen ieder twee leden uit de personen op de krachtens lid 1 opgestelde lijst. De voorzitter wordt bij consensus door de leden van het panel gekozen uit de personen die gezamenlijk door de Unie en het Verenigd Koninkrijk zijn genomineerd om het voorzitterschap te bekleden.
Indien de leden van het panel geen overeenstemming kunnen bereiken over de keuze van de voorzitter binnen de in lid 4 gestelde termijn, kunnen de Unie of het Verenigd Koninkrijk de secretaris-generaal van het Permanent Hof van Arbitrage verzoeken om de voorzitter door loting te kiezen uit de personen die gezamenlijk door de Unie en het Verenigd Koninkrijk zijn voorgesteld voor het voorzitterschap.
6.
De secretaris-generaal van het Permanent Hof van Arbitrage maakt de in de tweede alinea van lid 5 bedoelde keuze binnen 5 dagen na het in lid 5 bedoelde verzoek. Vertegenwoordigers van de Unie en van het Verenigd Koninkrijk zijn gerechtigd bij de verkiezing aanwezig te zijn.
7.
De datum van instelling van het arbitragepanel is die waarop de verkiezingsprocedure is voltooid.
8.
Ingeval de in lid 1 bedoelde lijst niet is opgesteld bij het verstrijken van de in lid 4 gestelde termijn, benoemen de Unie en het Verenigd Koninkrijk elk binnen 5 dagen twee personen tot lid van het panel. Indien personen zijn voorgesteld krachtens lid 1, wordt voor de benoemingen uit deze personen gekozen. Vervolgens wordt de voorzitter aangesteld overeenkomstig de procedure van lid 5. Ingeval de Unie en het Verenigd Koninkrijk nog eens 5 dagen later niet ten minste één persoon gezamenlijk hebben voorgesteld voor het voorzitterschap, stelt de secretaris-generaal van het Permanent Hof van Arbitrage binnen 5 dagen, na overleg met de Unie en het Verenigd Koninkrijk, een voorzitter voor die voldoet aan de eisen van lid 2. Tenzij de Unie of het Verenigd Koninkrijk binnen 5 dagen bezwaar aantekent tegen dat voorstel, wordt de door de secretaris-generaal van het Permanent Hof van Arbitrage voorgestelde persoon aangesteld.
9.
Ingeval geen arbitragepanel is ingesteld binnen 3 maanden te rekenen vanaf de datum waarop het verzoek overeenkomstig Artikel 170 is gedaan, wijst de secretaris-generaal van het Permanent Hof van Arbitrage, op verzoek van de Unie of het Verenigd Koninkrijk, binnen 15 dagen na een dergelijk verzoek, na overleg met de Unie en het Verenigd Koninkrijk, personen aan die voldoen aan de vereisten van lid 2 van dit Artikel, teneinde het arbitragepanel te vormen.