Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
2.7 Bijzondere categorieën verblijfsvergunning onbepaalde tijd
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
04-12-2023, Stcrt. 2023, 32816 (uitgifte: 11-12-2023, regelingnummer: WBV 2023/25)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2023, Stcrt. 2023, 32816 (uitgifte: 11-12-2023, regelingnummer: WBV 2023/25)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
2.7.1. Oud-Nederlanders (artikel 15, eerste lid, aanhef en onder b, d en e, RWN)
2.7.1.1. Algemene beleidsregels
De IND verleent een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden.
De vreemdeling:
- •
is meerderjarig;
- •
verbleef op het moment waarop het Nederlanderschap werd verkregen ten minste vijf aaneengesloten jaren op grond van artikel 8, aanhef en onder a, b, e, of l, Vw in Nederland;
- •
heeft het hoofdverblijf niet buiten Nederland verplaatst; en
- •
dient de aanvraag in binnen twee jaar na verlies van het Nederlanderschap op grond van:
- –
artikel 15, eerste lid, aanhef en onder b, RWN in het kader van de intrekkingsprocedure van het Nederlanderschap. De IND stelt als voorwaarde voor het verlenen van een verblijfvergunning dat een vreemdeling gedurende de periode waarin op hem de verplichting rustte om afstand te doen van zijn oorspronkelijke (niet-Nederlandse) nationaliteit, door het afleggen van een verklaring afstand heeft gedaan van zijn Nederlandse nationaliteit. Deze afstandsverplichting volgt uit artikel 15, eerste lid, aanhef en onder d of e, RWN; of
- –
artikel 15, eerste lid, aanhef en onder d of e, RWN.
De IND wijst deze aanvraag niet af als de vreemdeling:
- •
op het moment waarop de aanvraag is ontvangen niet gedurende een periode van vijf jaren aaneengesloten rechtmatig verblijf in Nederland heeft gehad op grond van artikel 8, aanhef en onder a, c, e of l, Vw; of
- •
niet zelfstandig en duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan.
2.7.2. Terugkeeroptie
De IND verleent een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd als wordt voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 3.92, eerste lid, Vb.
2.7.3. (Ex) geprivilegieerde en diens afhankelijke gezinsleden
De IND verleent een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd aan de vreemdeling als bedoeld in artikel 3.93, eerste lid, Vb als geen van de gronden van artikel 21 Vw zich voordoet en met inachtneming van artikel 3.93, tweede, derde en vierde lid, Vb.
De IND verleent een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd aan het afhankelijk gezinslid van een ex-geprivilegieerde als geen van de gronden van artikel 21 Vw zich voordoet en wordt voldaan aan artikel 3.93, eerste lid, aanhef en onder c, Vb, artikel 3.93, derde lid, Vb en artikel 3.96a Vb.
Ten aanzien van de in artikel 3.93, eerste lid, aanhef en onder b, sub 2, Vb genoemde vreemdelingen geldt het volgende:
- •
het is niet van belang of de bijzondere geprivilegieerde status al dan niet door eigen toedoen verloren is gegaan;
- •
er moet sprake zijn van een aaneengesloten periode van tien jaar direct voorafgaande aan de aanvraag voor een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. Een aaneengesloten periode van tien jaar wordt niet aangenomen als de vreemdeling in deze periode zes of meer achtereenvolgende maanden of in totaal tien of meer maanden buiten Nederland heeft verbleven; en
- •
in aanvulling op artikel 3.93, tweede lid, Vb beschikt het afhankelijk gezinslid duurzaam over voldoende middelen van bestaan als de referent duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan.