Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
3 Bewijsmiddelen
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2019
- Bronpublicatie:
24-09-2019, Stcrt. 2019, 52982 (uitgifte: 30-09-2019, regelingnummer: WBV 2019/16)
- Inwerkingtreding
01-10-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-09-2019, Stcrt. 2019, 52982 (uitgifte: 30-09-2019, regelingnummer: WBV 2019/16)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Inburgeringsvereiste
Paragraaf B9/20.1Vc is van toepassing.
(Ex)-geprivilegieerden
De IND beschouwt als bewijsmiddel dat de ex-geprivilegieerde tien aaneengesloten jaren in Nederland heeft verbleven:
- •
een verklaring van het Ministerie van BuZa waaruit blijkt dat de vreemdeling op het moment van de aanvraag tien jaar aaneengesloten verblijf in Nederland heeft gehad op basis van een geprivilegieerde status; of
- •
het door het Ministerie van BuZa afgegeven verblijfsdocument.
De IND beschouwt een verklaring van het Ministerie van BuZa waaruit blijkt dat de vreemdeling tien aaneengesloten jaren in Nederland heeft verbleven als afhankelijk gezinslid van een vreemdeling die gedurende deze periode in Nederland heeft verbleven op grond van een geprivilegieerde status als bewijsmiddel dat de vreemdeling voldoet aan de voorwaarde als bedoeld in artikel 3.93, eerste lid, aanhef en onder c, Vb.
De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit een familierechtelijke relatie moet blijken:
- •
een huwelijksakte in het geval dat het afhankelijke gezinslid de echtgeno(o)t(e) is van de ex-geprivilegieerde;
- •
een geboorteakte in het geval dat het afhankelijke gezinslid het kind is van de ex-geprivilegieerde; of
- •
bescheiden met betrekking tot het partnerschap in het geval dat het afhankelijke gezinslid de partner is van de ex-geprivilegieerde.
Als het afhankelijke gezinslid van de ex-geprivilegieerde niet zelfstandig en duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan, dan beschouwt de IND een verklaring van de ex-geprivilegieerde waaruit blijkt dat het afhankelijke gezinslid kan beschikken over het inkomen als bewijsmiddel dat het afhankelijke gezinslid zelfstandig en duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan.