Alle omstandigheden van het geval
Einde inhoudsopgave
Alle omstandigheden van het geval (O&R nr. 77) 2013/4.11:4.11 Conclusie
Alle omstandigheden van het geval (O&R nr. 77) 2013/4.11
4.11 Conclusie
Documentgegevens:
mr. P.T.J. Wolters, datum 01-03-2013
- Datum
01-03-2013
- Auteur
mr. P.T.J. Wolters
- JCDI
JCDI:ADS299747:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Vergelijk de §§ 2.6, 3.5 en 5.4.
De §§ 4.2 en 4.3.
De §§ 4.2 en 4.4.
§ 4.10.
Niet in alle gevallen, de overleden hoofdschuldeiser kan bijvoorbeeld een relatie hebben gehad waar zijn overige verwanten niet van wisten.
§ 4.9.
De §§ 4.4, 4.5 en 4.6.
§ 4.5.
§ 4.6.
§ 3.2.
§ 4.3.
De §§ 4.2 en 4.8.
§ 3.2.2. Zie over deze factoren de §§ 4.2, 4.3, 4.4 en 4.9.
§ 4.7.
De §§ 4.2, 4.4, 4.7, 4.8, 7.2.1, 7.2.2, 7.2.3 en 7.2.4.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vrouwe Justitia is blind. Het gelijkheidbeginsel schrijft voor dat gelijke situaties gelijk worden behandeld. Discriminatie is niet toegestaan. Deze uitgangspunten waarschuwen tegen de invloed van de hoofdcategorie ‘kenmerken van de partijen bij een rechtsbetrekking’. Uit dit hoofdstuk blijkt echter dat de redelijkheid en billijkheid verschillende partijen wel degelijk verschillend behandelt. Toch lijken de hierboven genoemde waarschuwingen effect te hebben. De kenmerken van de partijen beïnvloeden de werking van de redelijkheid en billijkheid alleen als deze werkelijk relevant zijn voor het concrete geval. Een benadering waarin iedere werking van de redelijkheid en billijkheid afhankelijk is van (een factor uit) de hoofdcategorie ‘kenmerken van de partijen bij een rechtsbetrekking’ ontbreekt. De hoofdcategorie onderscheidt zich hiermee van andere hoofdcategorieën.1
De factoren uit de hoofdcategorie ‘kenmerken van de partijen bij een rechtsbetrekking’ beïnvloeden niet iedere werking van de redelijkheid en billijkheid. Zij beïnvloeden de werking van de redelijkheid en billijkheid echter wel degelijk. Verschillende kenmerken geven de hoofdcategorie zelfstandige invloed op de werking van de redelijkheid en billijkheid.
De kenmerken van de partijen bij een rechtsbetrekking spelen in de eerste plaats een zelfstandige rol omdat zij relatief gemakkelijk zijn te bewijzen. Het is relatief gemakkelijk om vast te stellen of een partij een overheid, een professionele partij of een particulier is. Dit maakt het gemakkelijk om een beroep te doen op de factoren ‘maatschappelijke positie of professionaliteit’ en ‘overheid’.2 Deze factoren vestigen op hun beurt een vermoeden over de rol van andere relevante kenmerken. De professionaliteit van een partij vestigt bijvoorbeeld een vermoeden over de deskundigheid van deze partij.3 Ook de ‘afstand tot de oorspronkelijke schuldeiser’ is in veel gevallen gemakkelijk te ondersteunen met bewijs.4 Familieverwantschap blijkt uit de registers van de overheid. Romantische relaties zijn, zover zij niet blijken uit de registers, te bewijzen met getuigen. 5 Ook beperkingen zijn gemakkelijk te bewijzen.6 Permanente beperkingen kunnen bijvoorbeeld blijken uit medische gegevens.
De factoren ‘deskundigheid’, ‘kennis van een concreet feit’ en ‘vertrouwen’ zien op ‘interne’ kenmerken.7 De factoren verwijzen naar omstandigheden die slechts in het hoofd van de partij bestaan. De omstandigheden zijn slechts te bewijzen met medewerking van de partij en/of technische hulpmiddelen. De factoren worden daarom geobjectiveerd. De invloed van de factoren is niet afhankelijk van de werkelijke deskundigheid, werkelijke kennis van een concreet feit en oprecht vertrouwen, hij is afhankelijk van de deskundigheid en kennis van concrete feiten die van een partij mag worden verwacht en van het gerechtvaardigd vertrouwen. De objectivering maakt de factoren ‘deskundigheid’, ‘kennis van een concreet feit’ en ‘vertrouwen’ hanteerbaar. Zij zorgt ervoor dat de invloed van deze factoren ook is vast te stellen als de partij niet meewerkt.
De objectivering verkleint tegelijkertijd de zelfstandige rol van deze factoren. Zij maakt de invloed van de factoren afhankelijk van de objectiverende omstandigheden. De geobjectiveerde factor ‘kennis van een concreet feit’ is overbodig. Een beroep op de factoren die duidelijk maken waarom een partij een bepaald feit behoort te kennen, verdient de voorkeur boven een beroep op de factor ‘kennis van een concreet feit’.8 De geobjectiveerde factor ‘vertrouwen’ speelt slechts een vertalende rol tussen de objectiverende factoren en hun invloed op de werking van de redelijkheid en billijkheid.9
De factor ‘deskundigheid’ behoudt wel een duidelijke zelfstandige rol. Deskundigheid kan het gevolg zijn van verschillende omstandigheden. Zij kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van ervaring of van een opleiding. Deze omstandigheden kunnen worden ingedeeld bij de factor ‘gedragingen van de partijen bij een rechtsbetrekking’.10 De relevante gedraging betreft dan het volgen van een opleiding of het eerder verrichten van een handeling. Een beroep op het resultaat van deze omstandigheden, deskundigheid, verdient echter de voorkeur. De omstandigheden die tot de deskundigheid leiden hebben vaak niets te maken met het concrete geval. Slechts het resultaat van deze omstandigheden beïnvloedt de werking van de redelijkheid en billijkheid. Een beroep op de factor ‘deskundigheid’ is daarom duidelijker.
De kenmerken van de partijen spelen daarnaast een zelfstandige rol omdat zij verduidelijken welke belangen betrokken zijn bij het concrete geval. De factor ‘overheid’ maakt duidelijk dat er publiekrechtelijke belangen in het spel kunnen zijn.11 De factoren ‘maatschappelijke positie of professionaliteit’ en ‘financiële positie’ verduidelijken de aard en de grootte van de betrokken belangen. De belangen zijn groter als de partij een zwakke financiële positie heeft. Een partij met een zwakke financiële positie kan de gevolgen van een schadepost moeilijker verwerken. De belangen van een professionele partij zijn in veel gevallen slechts zakelijk. De aantasting van de belangen van een particulier kan ingrijpen in zijn persoonlijke leven.12 De financiële positie van een partij is bovendien gemakkelijker vast te stellen dan de impact van een schadepost op deze partij. De financiële positie is bijvoorbeeld vast te stellen door middel van bankafschriften, loonstrookjes of belastingaanslagen.
De factoren uit de hoofdcategorie ‘kenmerken van de partijen bij een rechtsbetrekking’ spelen ten slotte een zelfstandige rol omdat zij duidelijk maken of een partij verantwoordelijk is voor een bepaalde situatie of een bepaald gevolg. De redelijkheid en billijkheid stelt hogere eisen aan een sterke partij. De factoren ‘maatschappelijke positie’, ‘overheid’, ‘deskundigheid’ en ‘beperking’ beïnvloeden bijvoorbeeld het antwoord op de vraag of vertrouwen gerechtvaardigd is. Het vertrouwen van een sterke partij is minder snel gerechtvaardigd. Omgekeerd mag een partij sneller vertrouwen op de verklaringen van een sterke partij.13 De factor ‘mogelijkheden tot belangenbehartiging’ maakt duidelijk of de partij in staat was de nadelige gevolgen te voorkomen. Een partij met sterke mogelijkheden tot belangenbehartiging kan de nadelen bijvoorbeeld afwentelen op anderen.14
De factoren uit de hoofdcategorie ‘kenmerken van de partijen bij een rechtsbetrekking’ oefenen om drie redenen zelfstandige invloed op de werking van de redelijkheid en billijkheid. Zij zijn relatief gemakkelijk te bewijzen, zij maken duidelijk welke belangen betrokken zijn bij het concrete geval en zij verduidelijken of de partij verantwoordelijk is voor de ontstane situatie. Deze kenmerken leiden tot een substantiële rol voor de factoren uit deze hoofdcategorie. Er is echter een aspect dat de invloed van deze factoren verkleint. De werking van de redelijkheid en billijkheid is in veel gevallen niet afhankelijk van de kenmerken van een partij. Zij is dikwijls afhankelijk van de kenmerken van deze partij in vergelijking met de kenmerken van haar wederpartij. Dit verkleint de zelfstandige rol van de factoren ‘maatschappelijke positie of professionaliteit’, ‘deskundigheid’, ‘mogelijkheden tot belangenbehartiging’ en ‘financiële positie’ ten bate van de rol van de factoren ‘verschil in maatschappelijke positie of professionaliteit’,‘verschil in deskundigheid’, ‘verschil in de mogelijkheden tot belangenbehartiging’ en ‘verschil in financiële positie’.15 De factoren uit deze hoofdcategorie behouden een zelfstandige rol. Steeds is het echter van belang om vast te stellen wat de werking van de redelijkheid en billijkheid in het concrete geval nu echt beïnvloedt. Gaat het om een sterke partij die haar positie gebruikt tegenover een zwakke partij? Of zijn de kenmerken van een partij relevant onafhankelijk van haar wederpartij? Dit onderscheid dwingt tot een precieze motivering.