Het deskundigenadvies in de civiele procedure
Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/7.2.5.1:7.2.5.1 De verdere behandeling van de zaak na inlevering van een deskundigenadvies
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/7.2.5.1
7.2.5.1 De verdere behandeling van de zaak na inlevering van een deskundigenadvies
Documentgegevens:
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS442522:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Anders dan in Nederland en omringende landen op het Europese continent, wordt een deskundigenadvies in Engeland niet pas uitgebracht nadat partijen hun vordering en verweer hebben onderbouwd, de rechter heeft beoordeeld of hij behoefte heeft aan voorlichting van een deskundige, en is beslist of een partij van bepaalde feiten bewijs mag leveren. In het trechtermodel dat in het Nederlandse civiele procesrecht gebruikelijk is, brengt de rechter de door partijen over en weer gestelde feiten terug tot de feiten die, gezien de grondslag van vordering en verweer, tot de beslissing van de zaak kunnen leiden. Vervolgens beoordeelt hij, eventueel nadat hij bewijslevering ten aanzien van deze feiten heeft toegestaan en bewijslevering heeft plaatsgevonden, of de voor de beslissing relevante feiten zijn komen vast te staan. Daarop volgt de beslissing ten gronde. In het Engelse procesmodel geldt het omgekeerde. Partijen verzamelen in Engeland op eigen initiatief schriftelijk bewijs, dat mede kan bestaan uit schriftelijke verklaringen van getuigen en uit schriftelijke deskundigenadviezen. Deze fase van preparation of evidence gaat meestal vooraf aan een procedure, of vindt plaats aan het begin van een procedure. Bij de totstandkoming van deskundigenbewijs tijdens de procedure heeft de rechter een instruerende rol.1 Direct na de totstandkoming van het deskundigen-advies heeft een partij gelegenheid om nadere vragen aan de deskundige van de wederpartij te stellen, dan wel krijgen beide partijen gelegenheid om vragen te richten tot een single joint expert. De rechter kan de deskundigen van partijen opdragen om overleg met elkaar te plegen en te rapporteren op welke punten zij het eens zijn geworden. De bedoeling hiervan is dat het schriftelijke deskundigenadvies volstaat en het horen van de deskundige ter zitting zo veel mogelijk achterwege kan blijven.2
Met behulp van het verzamelde schriftelijke bewijs onderzoeken partijen de mogelijkheden voor een minnelijke regeling. Mislukt de schikkingspoging, dan kan worden (voort)geprocedeerd. Nadat partijen hun standpunten in processtukken hebben neergelegd, mede aan de hand van het in de voorfase of bij aanvang van de procedure verzamelde bewijsmateriaal, vindt bij de rechter de mondelinge behandeling van de zaak plaats. Tijdens de zitting lichten partijen hun standpunten toe, passeert het schriftelijke bewijsmateriaal de revue en kunnen getuigen worden gehoord. Deskundigen die met instemming van de rechter een schriftelijk deskundigenadvies hebben uitgebracht, kunnen op zichzelf eveneens ter zitting worden gehoord. Het komt echter voor, vooral inlast track cases (CPR 28) dat de rechter de bijstand van een deskundige beperkt tot een schriftelijk advies en het verhoor achterwege laat.3 Wordt de deskundige wel ter zitting gehoord, dan is het verhoor, sinds de presentatie van deskundigenbewijs in schriftelijke vorm door de Civil Procedure Rules (CPR 35.5 lid 2) tot norm is verheven,4 in het algemeen beperkt tot aanvullende vragen aan de deskundige ter verduidelijking van het schriftelijke rapport.5 Betreft het een deskundigenadvies op verzoek van één partij, dan krijgt de wederpartij vervolgens gelegenheid voor cross-examination. Een deskundige die in een zaak instructies van (een) partij(en) heeft ontvangen en voor een deskundigenverhoor wordt opgeroepen, is verplicht om te verschijnen (PIE 19.1).