Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/442
Klacht over gebruik tot bewijs van schriftelijk bescheid houdende de verklaring van een persoon wiens identiteit niet blijkt a.b.i. art. 344a leden 1 en 3 Sv zonder de ex art. 360 lid 1 Sv vereiste motivering. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 28-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:526
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 maart 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/00778
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:526, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:196, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑02‑2017
Essentie
Klacht over gebruik tot bewijs van schriftelijk bescheid houdende de verklaring van een persoon wiens identiteit niet blijkt a.b.i. art. 344a leden 1 en 3 Sv zonder de ex art. 360 lid 1 Sv vereiste motivering. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 5 november 2015, nummer 23/000402-15, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. N. van Schaik, te Utrecht.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1.
De verdachte is bij arrest van 5 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.