Einde inhoudsopgave
Besluit omzetting, fusie of taakafsplitsing
8.1.2 Leeftijd partner
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
13-12-2022, Stcrt. 2022, 32167 (uitgifte: 30-12-2022, regelingnummer: 2022-0000023865)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2022, Stcrt. 2022, 32167 (uitgifte: 30-12-2022, regelingnummer: 2022-0000023865)
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Schenk- en erfbelasting / Schenkbelasting
Voor de berekening van de verschuldigde schenkbelasting worden partners als één en dezelfde persoon aangemerkt. Als een beroep wordt gedaan op een vrijstelling worden de schenkingen aan beide partners als een schenking aan één van hen aangemerkt. Voor de toepassing van het tarief en de vrijstelling geldt de naaste verwantschap tussen de schenker of zijn partner en de begiftigde of zijn partner (artikel 26, eerste lid, Successiewet).
De eenmalige verhoogde vrijstellingen zijn echter alleen van toepassing, als de begiftigde zelf voldoet aan de voor deze vrijstellingen geldende voorwaarden, waaronder het leeftijdsvereiste (tussen de 18 en 40 jaar). Voor dit leeftijdsvereiste geldt van oudsher goedkeurend beleid. Op grond hiervan kan de eenmalige verhoogde vrijstelling toch worden toegepast, als niet de begiftigde maar wel zijn partner voldoet aan het leeftijdsvereiste. Tijdens de behandeling van het Belastingplan 20171. is toegezegd dat dit goedkeurend beleid niet is beperkt tot schenkingen aan kinderen, maar ook geldt voor schenkingen ten behoeve van een eigen woning aan anderen. Daarom keur ik het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur goed dat de begiftigde voldoet aan het leeftijdsvereiste van de eenmalige verhoogde vrijstellingen van artikel 33, onderdelen 5° en 7°, Successiewet, als hij op het tijdstip van de schenking niet maar zijn partner wel tussen 18 en 40 jaar oud is. Deze goedkeuring geldt ook als de schenking plaatsvindt op de dag waarop de partner 40 jaar oud wordt.
Toelichting
De goedkeuring ziet uitsluitend op het leeftijdsvereiste van de eenmalige verhoogde vrijstellingen. Naast het leeftijdsvereiste, moet voor de toepassing van de eenmalige verhoogde vrijstellingen aan de overige wettelijke vereisten worden voldaan. Ter verduidelijking volgen hierna enkele voorbeelden.
Voorbeeld 1
A schenkt aan zijn zoon B (41 jaar oud) € 50.000 ten behoeve van zijn studie. B heeft een partner die op dat moment 39 jaar oud is. In de aangifte schenkbelasting doet B een beroep op de eenmalige verhoogde vrijstelling van artikel 33, onderdeel 5°, sub b, Successiewet. B voldoet niet aan het leeftijdsvereiste, maar aan de overige voorwaarden van de eenmalige verhoogde vrijstelling wordt wel voldaan. De vrijstelling kan in dit geval op grond van de goedkeuring worden toegepast, omdat de partner van B op het tijdstip van de schenking tussen 18 en 40 jaar oud is.
Voorbeeld 2
X schenkt in 2023 aan neef Y (41 jaar oud) € 25.000 ten behoeve van een eigen woning. Y heeft een partner die op dat moment 39 jaar oud is. In de aangifte schenkbelasting doet Y een beroep op de eenmalige verhoogde vrijstelling van artikel 33, onderdeel 7°, Successiewet. Y voldoet niet aan het leeftijdsvereiste, maar aan de overige voorwaarden van de eenmalige verhoogde vrijstelling ten behoeve van een eigen woning wordt wel voldaan. De vrijstelling kan in dit geval op grond van de goedkeuring worden toegepast, omdat de partner van Y op het tijdstip van de schenking tussen 18 en 40 jaar oud is.
Toelichting bij bovenstaande voorbeelden
Partners worden voor het tarief en de vrijstellingen als één en dezelfde persoon aangemerkt. Dit uitgangspunt, gecombineerd met het eenmalige karakter van de verhoogde vrijstellingen, maakt dat als de schenker in de bovenstaande voorbeelden in eerdere kalenderjaren al aan de partner van de begiftigde heeft geschonken en daarvoor een beroep op de eenmalige verhoogde vrijstelling is gedaan, de goedkeuring niet van toepassing is. Er kan immers in dat geval niet nogmaals een beroep op de eenmalige verhoogde vrijstelling eigen woning worden gedaan. Ook kan de partner van de begiftigde niet in latere kalenderjaren nog een beroep doen op een eenmalige verhoogde vrijstelling voor een schenking aan hem door dezelfde schenker of de partner van die schenker.
Voetnoten