Einde inhoudsopgave
Besluit omzetting, fusie of taakafsplitsing
8.c Bestedingseis
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
13-12-2022, Stcrt. 2022, 32167 (uitgifte: 30-12-2022, regelingnummer: 2022-0000023865)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2022, Stcrt. 2022, 32167 (uitgifte: 30-12-2022, regelingnummer: 2022-0000023865)
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Schenk- en erfbelasting / Schenkbelasting
De bestedingseis van artikel 5, eerste lidsub b, onder 2° URSE blijft van kracht voor zover het schenkingen betreft die met toepassing van de eenmalige verhoogde vrijstelling eigen woning zijn verkregen, ongeacht het jaar waarin de schenking ontvangen is. Dit betekent dat het bedrag van de schenking uiterlijk in het tweede kalenderjaar volgend op het eerste kalenderjaar waarvoor een beroep op de eenmalige verhoogde vrijstelling eigen woning is gedaan, moet zijn besteed ten behoeve van een eigen woning.
Voorbeeld 1
A schenkt in 2022 een bedrag van € 100.000 aan zoon B ten behoeve van de eigen woning. B koopt vervolgens in 2023 een woning en doet in dit jaar een aanbetaling van € 40.000. De levering van de eigen woning en de betaling van de koopsom vinden in 2024 plaats, waardoor B in 2024 de resterende € 60.000 besteedt. De eenmalige verhoogde vrijstelling eigen woning is van toepassing, als ook aan de overige voorwaarden wordt voldaan.
Voorbeeld 2
C schenkt in 2023 een bedrag van € 25.000 aan neef D. D doet een beroep op de eenmalige verhoogde vrijstelling eigen woning. D koopt in 2026 een woning en besteedt deze € 25.000 ter voldoening van de koopsom. Er is niet voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van de eenmalige verhoogde vrijstelling eigen woning, omdat het bedrag pas is besteed in het derde kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarvoor een beroep op de eenmalige verhoogde vrijstelling eigen woning is gedaan. De besteding had uiterlijk op 31 december 2025 moeten plaatsvinden.
Voorbeeld 3
E schenkt in 2023 een bedrag van € 25.000 aan neef F ten behoeve van de eigen woning. F koopt vervolgens in 2024 een woning in aanbouw en doet in dit jaar een aanbetaling van € 15.000. De levering van de eigen woning en de betaling van de koopsom vinden in 2025 plaats, waardoor B in 2025 nog eens € 10.000 besteedt. De eenmalige verhoogde vrijstelling eigen woning is van toepassing, als ook aan de overige voorwaarden wordt voldaan.