RvdW 2016/912
Niet-nakoming. Recht van verkeer en verblijf. Discriminatie op grond van nationaliteit. Aan nationale studenten toegekende reisvoorziening. Afwijking van het beginsel van gelijke behandeling. Steun voor levensonderhoud voor studies in de vorm van een studiebeurs of –lening. Draagwijdte. Vormvereisten voor het inleidend verzoekschrift. Coherente uiteenzetting van de grieven.
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
2 juni 2016
- Magistraten
R. Silva de Lapuerta, A. Arabadjiev, J.-C. Bonichot, C.G. Fernlund, E. Regan
- Zaaknummer
C-233/14
- Conclusie
A-G E. Sharpston
- Roepnaam
Commissie/Nederland
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2016:396, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 02‑06‑2016
ECLI:EU:C:2016:50, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 26‑01‑2016
- Wetingang
Essentie
Europese Commissie tegen Koninkrijk der Nederlanden
Niet-nakoming. Recht van verkeer en verblijf. Discriminatie op grond van nationaliteit. Aan nationale studenten toegekende reisvoorziening. Afwijking van het beginsel van gelijke behandeling. Steun voor levensonderhoud voor studies in de vorm van een studiebeurs of –lening. Draagwijdte. Vormvereisten voor het inleidend verzoekschrift. Coherente uiteenzetting van de grieven.
Het beroep wordt verworpen.
Partij(en)
Europese Commissie tegen Koninkrijk der Nederlanden
Conclusie
Conclusie A-G E. Sharpston:
1.
Met haar beroep ex artikel 258 VWEU verzoekt de Commissie het Hof in wezen om vast te stellen dat het Koninkrijk der Nederlanden de verplichtingen niet ...