RvdW 2016/918:Schengenuitvoeringsovereenkomst. Ne-bis-in-idembeginsel. Toelaatbaarheid van de strafvervolging van een verdachte in een lidstaat na de beëindiging door het openbaar ministerie van de tegen hem in een andere lidstaat ingestelde strafprocedure zonder dat een uitgebreid onderzoek heeft plaatsgevonden. Geen beoordeling van de zaak ten gronde.

RvdW 2016/918

Schengenuitvoeringsovereenkomst. Ne-bis-in-idembeginsel. Toelaatbaarheid van de strafvervolging van een verdachte in een lidstaat na de beëindiging door het openbaar ministerie van de tegen hem in een andere lidstaat ingestelde strafprocedure zonder dat een uitgebreid onderzoek heeft plaatsgevonden. Geen beoordeling van de zaak ten gronde.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.

Essentie

Piotr Kossowski

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hanseatische Oberlandesgericht Hamburg (hoogste rechter van de deelstaat Hamburg, Duitsland) bij beslissing van 23 oktober 2014.

Schengenuitvoeringsovereenkomst. Ne-bis-in-idembeginsel. Toelaatbaarheid van de strafvervolging van een verdachte in een lidstaat na de beëindiging door het openbaar ministerie van de tegen hem in een andere lidstaat ingestelde strafprocedure zonder dat een uitgebreid onderzoek heeft plaatsgevonden. Geen beoordeling van de zaak ten gronde.

Het ne-bis-in-idembeginsel, dat is neergelegd in art. 54 van de Overeenkomst ter uitvoering van het op Akkoord van Schengen op 19 juni 1990, gelezen in het licht van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.