Einde inhoudsopgave
Internationaal verdrag van Nairobi inzake het opruimen van wrakken, 2007
Artikel 12 Verplichte verzekering of andere financiële zekerheid
Geldend
Geldend vanaf 14-04-2015
- Bronpublicatie:
18-05-2007, Trb. 2008, 115 (uitgifte: 27-05-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-04-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-05-2016, Trb. 2016, 59 (uitgifte: 10-05-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De geregistreerde eigenaar van een schip met een brutotonnage van 300 of meer dat vaart onder de vlag van een Staat die Partij is, is gehouden een verzekering of andere financiële zekerheid, zoals een bankgarantie of een door een soortgelijke financiële instantie afgegeven garantie, in stand te houden tot dekking van de aansprakelijkheid uit hoofde van dit Verdrag tot een bedrag gelijk aan het maximum van aansprakelijkheid krachtens de toepasselijke nationale of internationale regeling ter beperking van de aansprakelijkheid, doch in geen geval hoger dan een bedrag berekend in overeenstemming met artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van het Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen, 1976, zoals gewijzigd.
2.
Een certificaat houdende verklaring dat een verzekering of andere financiële zekerheid in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag van kracht is, wordt aan elk schip met een brutotonnage van 300 of meer afgegeven door de bevoegde autoriteit van de Staat waar het schip is geregistreerd nadat deze heeft vastgesteld dat aan de vereisten van het eerste lid is voldaan. Met betrekking tot een schip geregistreerd in een Staat die Partij is wordt zulk een certificaat afgegeven of gewaarmerkt door de bevoegde autoriteit van de Staat waar het schip geregistreerd is; met betrekking tot een schip dat niet is geregistreerd in een Staat die Partij is, kan het worden afgegeven of gewaarmerkt door de bevoegde autoriteit van elke Staat die Partij is. Het verplichte certificaat omtrent verzekering heeft de vorm van het model vervat in de bijlage bij dit Verdrag en bevat de volgende gegevens:
- a.
naam van het schip, onderscheidingsnummer of -letters en plaats van registratie;
- b.
brutotonnage van het schip;
- c.
naam en adres van het hoofdkantoor van de geregistreerde eigenaar;
- d.
IMO-scheepsidentificatienummer;
- e.
aard en duur van de zekerheid;
- f.
naam en adres van het hoofdkantoor van de verzekeraar of een andere persoon die zekerheid stelt en, indien van toepassing, het adres van het kantoor waar de verzekering is gesloten of de zekerheid is gesteld;
- g.
geldigheidsduur van het certificaat, die niet langer kan zijn dan de geldigheidsduur van de verzekering of andere zekerheid.
3
a.
Een Staat die Partij is kan een door hem erkende instelling of organisatie machtigen het in het tweede lid bedoelde certificaat af te geven. Deze instelling of organisatie stelt die Staat in kennis van de afgifte van iedere certificaat. In alle gevallen waarborgt de Staat die Partij is onverkort de volledigheid en juistheid van het aldus afgegeven certificaat en verbindt hij zich ertoe de nodige regelingen te treffen om deze verplichting na te komen.
b.
Een Staat die Partij is stelt de Secretaris-Generaal in kennis van:
- i.
de specifieke verantwoordelijkheden en voorwaarden van de machtiging die hij aan een door hem erkende instelling of organisatie verleent;
- ii.
de intrekking van een dergelijke machtiging; en
- iii.
de datum waarop de machtiging of de intrekking van de machtiging van kracht wordt.
Een machtiging wordt niet eerder van kracht dan drie maanden na de datum waarop daarvan kennisgeving is gedaan aan de Secretaris-Generaal.
c.
De instelling of organisatie die in overeenstemming met dit lid gemachtigd is certificaten af te geven, dient ten minste bevoegd te zijn deze certificaten in te trekken als niet wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder zij zijn afgegeven. In alle gevallen meldt de instelling of organisatie een dergelijke intrekking aan de Staat namens welke het certificaat werd afgegeven.
4.
Het certificaat wordt gesteld in de officiële taal of de officiële talen van de Staat waar het wordt afgegeven. Indien de gebruikte taal niet de Engelse, de Franse of de Spaanse is, dient de tekst tevens een vertaling in een van deze talen te bevatten en kan (kunnen), indien de Staat daartoe besluit, de officiële taal (talen) van de Staat achterwege blijven.
5.
Het certificaat moet zich aan boord van het schip bevinden en een afschrift moet worden nedergelegd bij de autoriteiten die het register beheren waarin het schip staat geregistreerd, of indien het schip niet geregistreerd is in een Staat die Partij is, bij de autoriteiten die de certificaten afgegeven of waarmerken.
6.
Een verzekering of andere financiële zekerheid voldoet niet aan de eisen van dit artikel indien deze om andere redenen dan het verstrijken van de geldigheidsduur van de verzekering of zekerheid zoals vermeld in het certificaat ingevolge het tweede lid, kan vervallen alvorens drie maanden zijn verlopen vanaf de datum waarop aan de autoriteiten bedoeld in het vijfde lid mededeling is gedaan van de beëindiging, tenzij het certificaat bij deze autoriteiten is ingeleverd, dan wel binnen genoemde termijn een nieuw certificaat is afgegeven. Het vorenstaande is eveneens van toepassing op elke wijziging die ertoe leidt dat de verzekering of zekerheid niet langer voldoet aan de eisen van dit artikel.
7.
De Staat waar het schip is geregistreerd stelt in overeenstemming met de bepalingen van dit artikel en rekening houdend met eventuele door de Organisatie aangenomen richtlijnen inzake de financiële verantwoordelijkheid van de geregistreerde eigenaren, de voorwaarden vast voor de afgifte en geldigheid van het certificaat.
8.
Niets in dit Verdrag kan zo worden uitgelegd dat het een Staat die Partij is belet zich te verlaten op informatie verkregen van andere Staten of de Organisatie of andere internationale organisaties met betrekking tot de financiële draagkracht van verzekeraars of personen die financiële zekerheid stellen voor de toepassing van dit Verdrag. In dergelijke gevallen wordt de Staat die Partij is en die zich op dergelijke informatie verlaat, niet ontheven van zijn verantwoordelijkheid als Staat die het krachtens het tweede lid vereiste certificaat afgeeft.
9.
Certificaten afgegeven en gewaarmerkt onder het gezag van een Staat die Partij is worden voor de toepassing van dit Verdrag erkend door andere Staten die Partij zijn als bezittende dezelfde geldigheid als door deze afgegeven of gewaarmerkte certificaten, zelfs indien zij zijn afgegeven of gewaarmerkt met betrekking tot een schip dat niet in een Staat die Partij is geregistreerd is. Een Staat die Partij is kan te allen tijde verzoeken om overleg met de Staat die het certificaat heeft afgegeven of gewaarmerkt indien hij meent dat de in het certificaat genoemde verzekeraar of degene die de garantie heeft gesteld financieel niet in staat is te voldoen aan de hem door dit Verdrag opgelegde verplichtingen.
10.
Elke vordering tot vergoeding van kosten die voortvloeit uit dit Verdrag kan rechtstreeks worden ingesteld tegen de verzekeraar of andere persoon die financiële zekerheid stelt ter dekking van de aansprakelijkheid van de geregistreerde eigenaar. In een dergelijk geval kan de verweerder zich beroepen op de verweermiddelen (anders dan het faillissement of de liquidatie van de geregistreerde eigenaar) waarop de geregistreerde eigenaar een beroep zou hebben kunnen doen, met inbegrip van beperking van aansprakelijkheid uit hoofde van een van toepassing zijnde nationale of internationale regeling. Voorts kan de verweerder, zelfs indien de geregistreerde eigenaar niet gerechtigd is tot beperking van zijn aansprakelijkheid, de aansprakelijkheid beperken tot een bedrag gelijk aan het bedrag van de verzekering of andere financiële zekerheid dat in overeenstemming met het eerste lid in stand moet worden gehouden. De verweerder kan voorts een beroep doen op het verweer dat het maritieme ongeval veroorzaakt is door opzettelijk wangedrag van de geregistreerde eigenaar; maar de verweerder kan zich niet beroepen op enig ander verweermiddel dat de verweerder zou hebben kunnen aanvoeren in een door de geregistreerde eigenaar tegen de verweerder aangespannen rechtsgeding. De verweerder heeft evenwel het recht te vorderen dat de geregistreerde eigenaar mede in het geding wordt betrokken.
11.
Een Staat die Partij is staat niet toe dat een schip dat gerechtigd is zijn vlag te voeren en waarop dit artikel van toepassing is, op enig tijdstip wordt geëxploiteerd, tenzij een certificaat is afgegeven ingevolge het tweede of veertiende lid.
12.
Met inachtneming van de bepalingen van dit artikel, draagt elke Staat die Partij is er zorg voor dat in zijn nationale wetgeving wordt voorgeschreven dat verzekering of andere zekerheid tot de in het eerste lid genoemde omvang verplicht is voor elk schip met een brutotonnage van 300 of meer, waar ook geregistreerd, dat een haven op zijn grondgebied binnenloopt of verlaat, dan wel aankomt bij of vertrekt van een buitengaats doch binnen zijn territoriale zee gelegen installatie.
13.
Niettegenstaande het bepaalde in het vijfde lid, kan een Staat die Partij is de Secretaris-Generaal voor de toepassing van het twaalfde lid ervan in kennis stellen dat het ingevolge het tweede lid vereiste certificaat zich niet aan boord behoeft te bevinden of niet behoeft te worden overgelegd, wanneer die schepen een haven op zijn grondgebied binnenlopen of verlaten, dan wel aankomen bij of vertrekken van een buitengaats doch in zijn territoriale zee gelegen installatie, op voorwaarde dat de Staat die Partij is en die het ingevolge het tweede lid vereiste certificaat afgeeft, de Secretaris-Generaal ervan in kennis heeft gesteld dat hij elektronische registers bijhoudt die toegankelijk zijn voor alle Staten die Partij zijn, waaruit het bestaan van het certificaat blijkt en die de Staten die Partij zijn in staat stellen hun verplichtingen ingevolge het twaalfde lid na te komen.
14.
Is met betrekking tot een schip dat in eigendom toebehoort aan een Staat die Partij is geen verzekering afgesloten of geen financiële zekerheid gesteld, dan zijn de desbetreffende bepalingen van dit artikel op dat schip niet van toepassing, maar dient het schip wel te zijn voorzien van een certificaat, afgegeven door de bevoegde autoriteit van de Staat waar het is geregistreerd, houdende de verklaring dat het schip eigendom is van die Staat en dat de aansprakelijkheid voor het schip gedekt is binnen de overeenkomstig het eerste lid voorgeschreven grenzen. Dit certificaat wordt zoveel mogelijk opgesteld volgens het in het tweede lid voorgeschreven model.