Einde inhoudsopgave
Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers
Artikel 56 Einde en verval van de uitkering
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2022
- Bronpublicatie:
23-06-2021, Stb. 2021, 328 (uitgifte: 09-07-2021, kamerstukken: 35548)
- Inwerkingtreding
01-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2022, Stb. 2022, 262 (uitgifte: 28-06-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Uitkeringsvoorwaarden
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
De uitkering eindigt met ingang van de dag volgende op die, waarop het gewezen kamerlid is overleden.
2.
De uitkering vervalt:
- a.
met ingang van de dag waarop het gewezen kamerlid de pensioengerechtigde leeftijd bereikt;
- b.
met ingang van de dag waarop het gewezen kamerlid wederom als kamerlid optreedt dan wel lid wordt van het Europees Parlement.
3.
De uitkering kan geheel of ten dele vervallen worden verklaard indien de belanghebbende herhaaldelijk niet of niet op de voorgeschreven wijze voldoet aan zijn verplichtingen op grond van artikel 54a.