Einde inhoudsopgave
Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers
Artikel 52b
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2022
- Bronpublicatie:
23-06-2021, Stb. 2021, 328 (uitgifte: 09-07-2021, kamerstukken: 35548)
- Inwerkingtreding
01-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2022, Stb. 2022, 262 (uitgifte: 28-06-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
De belanghebbende is verplicht door een re-integratiebureau een plan op te laten stellen voor het gericht zoeken naar en verwerven van passende arbeid, waarin de activiteiten zijn opgenomen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de verplichting, bedoeld in artikel 52a, eerste lid, onderdeel a, en het plan, nadat het is goedgekeurd door Onze Minister, onder begeleiding van een re-integratiebureau uit te voeren.
2.
Behoudens de gevallen, bedoeld in artikel 52a, vierde lid, heeft de belanghebbende vanaf het moment van zijn ontslag met in achtneming van de regels, bedoeld in het derde lid, recht op vergoeding van daadwerkelijk gemaakte kosten van het plan, bedoeld in het eerste lid, en van de begeleiding en ondersteuning bij de uitvoering van het plan.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent:
- a.
de onderdelen van het plan, bedoeld in het eerste lid;
- b.
een tegemoetkoming voor de in het plan opgenomen activiteiten anders dan begeleiding en ondersteuning;
- c.
de eisen die worden gesteld aan een re-integratiebureau als bedoeld in het eerste lid;
- d.
de voor vergoeding in aanmerking te nemen kosten, bedoeld in het tweede lid;
- e.
het bedrag dat ten hoogste op grond van het tweede lid kan worden verstrekt.
4.
In de regels, bedoeld in het derde lid, kan worden gedifferentieerd naar gelang de afstand die de belanghebbende heeft tot de arbeidsmarkt.