Einde inhoudsopgave
Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien
Artikel 10 ter Aanpassingen van de btw- en de bni-middelen van voorgaande begrotingsjaren
Geldend
Geldend vanaf 03-05-2022
- Bronpublicatie:
05-04-2022, PbEU 2022, L 115 (uitgifte: 13-04-2022, regelingnummer: 2022/615)
- Inwerkingtreding
03-05-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2022, PbEU 2022, L 115 (uitgifte: 13-04-2022, regelingnummer: 2022/615)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
1.
Op grond van het in artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 bedoelde jaaroverzicht betreffende de grondslag van de btw-middelen wordt iedere lidstaat in het jaar dat volgt op dat waarin dat overzicht is toegezonden, gedebiteerd voor het bedrag dat uit de in dat overzicht opgenomen gegevens voortvloeit bij toepassing van het uniforme percentage dat is vastgesteld voor het begrotingsjaar waarop het overzicht betrekking heeft, en gecrediteerd voor de twaalf boekingen die voor dat begrotingsjaar zijn verricht. De grondslag van de btw-middelen van een lidstaat waarop dat percentage wordt toegepast, mag echter niet meer bedragen dan het bij artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom vastgestelde percentage van het bni van die lidstaat, als bedoeld in artikel 2, lid 7, eerste alinea, van dat besluit.
2.
Eventuele correcties van de grondslag van de btw-middelen overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 geven, voor iedere betrokken lidstaat waarvan de grondslag, rekening gehouden met die correcties, niet meer bedraagt dan de percentages bepaald in artikel 2, lid 1, onder b), en artikel 10, lid 2, van Besluit 2014/335/EU, Euratom, aanleiding tot de volgende aanpassingen van het overeenkomstig lid 1 van dit artikel bepaalde saldo:
- a)
correcties aangebracht tot en met 31 juli overeenkomstig artikel 9, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89, geven aanleiding tot een globale aanpassing in het volgende jaar;
- b)
overeenkomstig artikel 9, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 kan een specifieke aanpassing te allen tijde worden geboekt indien de betrokken lidstaat en de Commissie dat zijn overeengekomen;
- c)
wanneer de door de Commissie genomen maatregelen voor het corrigeren van de grondslag overeenkomstig artikel 9, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 tot een specifieke aanpassing van de boekingen op de in artikel 9, lid 1, van deze verordening bedoelde rekening leiden, vindt deze aanpassing plaats op de datum die de Commissie in het kader van de toepassing van die maatregelen heeft vastgesteld.
De in lid 4 van dit artikel bedoelde wijzigingen van het bni geven ook aanleiding tot een aanpassing van het saldo van iedere lidstaat waarvan de grondslag van de btw-middelen, rekening gehouden met de in de eerste alinea van dit lid bedoelde correcties, is vastgesteld op de in artikel 2, lid 1, onder b), en artikel 10, lid 2, van Besluit 2014/335/EU, Euratom, bepaalde maximale percentages.
3.
Aan de hand van de op grond van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 door de lidstaten verstrekte cijfers betreffende het totale bni tegen marktprijzen en de onderdelen daarvan voor het voorgaande jaar wordt iedere lidstaat in het jaar dat volgt op dat waarin de cijfers zijn verstrekt, gedebiteerd voor het bedrag dat voortvloeit uit de toepassing op zijn bni van het percentage dat is bepaald voor het jaar dat voorafgaat aan dat waarin de cijfers zijn verstrekt, en gecrediteerd voor de boekingen die in de loop van dat jaar zijn verricht.
4.
Wijzigingen die krachtens artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 in het bni van voorafgaande begrotingsjaren worden aangebracht, geven, behoudens artikel 5 van die verordening, voor iedere betrokken lidstaat aanleiding tot een aanpassing van het overeenkomstig lid 3 van dit artikel bepaalde saldo. Na 30 november van het vierde jaar volgende op een bepaald begrotingsjaar worden eventuele wijzigingen van het bni niet meer in aanmerking genomen, behalve op vóór het verstrijken van deze termijn hetzij door de Commissie, hetzij door de lidstaat ter kennis gebrachte punten.
5.
De Commissie deelt de lidstaten de uit deze berekening voortvloeiende bedragen mee vóór 1 februari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de gegevens voor de aanpassingen zijn verstrekt. Elke lidstaat boekt het nettobedrag op de in artikel 9, lid 1, bedoelde rekening op de eerste werkdag van maart van het jaar volgende op dat waarin de Commissie de lidstaten in kennis heeft gesteld van de uit de berekening resulterende bedragen.
De termijn waarbinnen de lidstaten de aanpassingen moeten betalen, geldt ook voor bedragen waarvoor de Commissie vóór 3 mei 2022 informatie heeft verstrekt.
Voor deze berekening geschiedt de omrekening van de bedragen tussen de nationale valuta's en de euro tegen de wisselkoers van de laatste noteringsdag van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van boeking, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, C-serie.
De Commissie deelt de lidstaten de uit deze berekening voortvloeiende bedragen mee vóór 1 februari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de gegevens voor de aanpassingen zijn verstrekt. Elke lidstaat boekt het nettobedrag op de in artikel 9, lid 1, bedoelde rekening op de eerste werkdag van de maand juni van hetzelfde jaar.
6.
De in de leden 1 tot en met 5 van dit artikel bedoelde verrichtingen vormen ontvangsten van het begrotingsjaar waarin zij op de in artikel 9, lid 1, bedoelde rekening moeten worden geboekt.