Einde inhoudsopgave
Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien
Artikel 9 Schatkist en boekingsregels
Geldend
Geldend vanaf 03-05-2022
- Bronpublicatie:
05-04-2022, PbEU 2022, L 115 (uitgifte: 13-04-2022, regelingnummer: 2022/615)
- Inwerkingtreding
03-05-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2022, PbEU 2022, L 115 (uitgifte: 13-04-2022, regelingnummer: 2022/615)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
1.
Op de in de artikelen 10, 10 bis en 10 ter aangegeven wijze boekt iedere lidstaat de eigen middelen op het credit van een rekening die vrijwillig wordt gekozen uit de volgende soorten rekeningen:
- a)
een op naam van de Commissie bij de schatkist van de lidstaat geopende rekening;
- b)
een op naam van de Commissie bij de nationale centrale bank geopende rekening, of
- c)
een centrale rekening die daartoe door de Commissie bij een openbare financiële instelling van haar keuze is geopend.
Behoudens de heffing van negatieve rente als bedoeld in de derde en de vierde alinea, naargelang het geval, mag deze rekening slechts worden gedebiteerd in opdracht van de Commissie.
De in de eerste alinea, punten a) en b), bedoelde rekeningen worden in nationale valuta bijgehouden en er worden geen kosten noch rente aangerekend. Indien negatieve rente wordt geheven op deze rekeningen, boekt de betrokken lidstaat een bedrag op het credit van de rekening dat overeenstemt met de geheven negatieve rente, uiterlijk op de eerste werkdag van de tweede maand die volgt op die waarin die negatieve rente is geheven.
De lidstaten boeken bedragen op het credit van de in de eerste alinea, punt c), bedoelde rekening in hun nationale valuta. Indien negatieve rente wordt geheven op de centrale rekening, boekt de betrokken lidstaat een bedrag op het credit van de centrale rekening dat overeenstemt met zijn aandeel aan eigen middelen dat op het credit van die rekening wordt geboekt, uiterlijk op de eerste werkdag van de tweede maand die volgt op die waarin die negatieve rente is toegepast.
De Commissie voert haar kasverrichtingen op de in de eerste alinea bedoelde rekeningen uit overeenkomstig artikel 14, lid 4, eerste alinea.
De Commissie verricht zonder onnodige vertraging een gedetailleerde kosten-batenanalyse van het gebruik van de in de eerste alinea, punt c), bedoelde rekening en brengt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening verslag uit aan de Raad over de implementatie van de centrale rekening.
2.
De lidstaten of hun nationale centrale bank verstrekken de Commissie langs elektronische weg:
- a)
op de werkdag waarop de eigen middelen op de rekening van de Commissie worden gecrediteerd, een rekeningafschrift of een creditbericht waaruit blijkt dat de eigen middelen zijn geboekt;
- b)
onverminderd punt a), uiterlijk op de tweede werkdag na de creditering van de rekening, een rekeningafschrift waaruit blijkt dat de eigen middelen zijn geboekt.
2 bis.
Elke maand zendt de Commissie de lidstaten langs elektronische weg een prognose toe van de behoeften aan kasmiddelen voor de volgende vier maanden.
3.
De geboekte bedragen worden in euro in de boekhouding opgenomen overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) (‘Financieel Reglement’) en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie (2).
Voetnoten
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz.
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).