Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/87:87 Conclusie rechtsverhinderend verweer
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/87
87 Conclusie rechtsverhinderend verweer
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691699:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Verweerder die een beroep doet op een ander materieelrechtelijk rechtsgevolg dan eiser, op rechtsgevolgen op grond van bijzondere omstandigheden die aanleiding geven tot heroverweging of op wijziging van een aangenomen rechtstoestand doet een beroep op een rechtsverhinderend bevrijdend verweer. De stelplicht en bewijslast van rechtsverhinderende feiten rusten op grond van art. 150 Rv in beginsel op de partij die daarop een beroep doet. Die partij doet een beroep op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten en zal daartoe concrete feiten en omstandigheden moeten stellen die voor het intreden van dat rechtsgevolg vereist zijn. Doet zij dat niet, dan voldoet zij niet aan haar stelplicht. De stelplicht en bewijslast van verweerder die een rechtsverhinderend bevrijdend verweer voert komen aan de orde in respectievelijk hoofdstuk 6 en 7; in hoofdstuk 8 worden verschillende rechtsverhinderende bevrijdende verweren beschreven.