Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/227c
227c Een beroep op art. 6:248 lid 2 BW ingeval van primaire dekkingsomschrijving
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691506:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
HR 9 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AV9435, NJ 2006/326, AV&S 2007/20 met nt. A.C. Blom (Valscherm of Winterthur/Jansen).
Bij hoge uitzondering werd onder verwijzing naar de redelijkheid en billijkheid de dwingendrechtelijk primaire dekking (de wetgever had de dekkingsomvang bepaald) opengebroken waardoor een bepaling in de primaire dekkingsomschrijving buiten toepassing kon worden gelaten (HR 19 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3679, NJ 2015/344 met nt. J. Legemaate (Bosentan)). Er moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden die niet of niet ten volle zijn verdisconteerd in de afweging van de wetgever.
In beginsel kan een beroep van de verzekeraar op een primaire dekkingsbepaling niet met succes worden afgeweerd met de stelling dat een beroep daarop naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.1 In de Valscherm-procedure trachtte de verzekerde de uitsluitingsclausule te blokkeren met het argument dat onvoldoende verband zou bestaan tussen het niet naleven van de in de clausule omschreven voorwaarde en het risico dat is verwezenlijkt. Aangezien de verzekeraar met de dekkingsomschrijving de grenzen heeft omschreven waarbinnen hij bereid was dekking te verlenen, staat hem dat vrij.2
Onderscheid zal moeten worden gemaakt tussen de primaire dekkingsomschrijving en vervalbedingen.