Einde inhoudsopgave
Omgevingsverordening provincie Groningen 2009
Artikel 4.53 De werkwijze van één adviseur
Geldend
Geldend vanaf 22-12-2009
- Bronpublicatie:
17-06-2009, Provinciaal blad van Groningen 2009, 15 (uitgifte: 01-07-2009, regelingnummer: A.1)
- Inwerkingtreding
22-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-02-2010, Provinciaal blad van Groningen 2010, 2 (uitgifte: 10-02-2010, regelingnummer: 2010-227319ABJ)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
De adviseur hoort de aanvrager, de eventuele betrokken bestuursorganen en in voorkomend geval de belanghebbende, bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening over de aanvraag.
2.
De adviseur bepaalt dag, tijd en plaats van de hoorzitting, en bepaalt tevens de wijze waarop deze zal plaatsvinden.
3.
De adviseur draagt er zorg voor dat van de hoorzitting een verslag wordt gemaakt. Het verslag maakt deel uit van het definitieve rapport met bevindingen en advies.
4.
Alvorens de adviseur zijn advies uitbrengt dient hij de aanvrager, en in voorkomend geval de belanghebbende als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, gedurende zes weken in de gelegenheid te stellen om schriftelijk te reageren op het ontwerpadvies.
5.
Gedeputeerde Staten voegen een afschrift van het advies bij hun besluit op de aanvraag.