De kredietwaardigheidstoets bij kredietverlening aan consumenten
Einde inhoudsopgave
De kredietwaardigheidstoets bij kredietverlening aan consumenten (R&P nr. FR19) 2020/8.4.1:8.4.1 Inleiding
De kredietwaardigheidstoets bij kredietverlening aan consumenten (R&P nr. FR19) 2020/8.4.1
8.4.1 Inleiding
Documentgegevens:
Mr. dr. J.M. Meindertsma, datum 01-06-2020
- Datum
01-06-2020
- Auteur
Mr. dr. J.M. Meindertsma
- JCDI
JCDI:ADS210137:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Voor de duidelijkheid: Er is sprake van overkreditering als een, voor de consument, onverantwoorde kredietaanvraag is geaccepteerd door de kredietgever en de consument het krediet reeds heeft opgenomen. Er is dan een goede kans dat de consument in een problematische terugbetaalsituatie zal belanden waarin hij terugbetaaloffers moet maken die hij onacceptabel vindt.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Zoals volgt uit paragraaf 2.4, bestaat de kredietwaardigheidstoets uit drie stappen, te weten het onderzoek naar de betaalcapaciteit, de beoordeling van de kredietwaardigheid en de beslissing op de kredietaanvraag. In het vervolg wordt per stap eerst een overzicht gegeven van de manier waarop deze is ingevuld in het Nederlandse publiekrecht. Daarbij wordt alleen ingegaan op het privaatrecht als er een relevant verschil is met het publiekrecht. Vervolgens wordt nagegaan in hoeverre het recht de gedragsmatig stuurbare consument beschermt tegen overkreditering en de rationele consument belemmert in zijn toegang tot krediet.1 Net als in de vorige paragrafen, wordt daarbij een vergelijking gemaakt met de hypothetische situatie waarin het recht geen kredietwaardigheidstoets voorschrijft.