Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (C)
2.11 Het (nader) gehoor
Geldend
Geldend vanaf 25-06-2021
- Bronpublicatie:
21-05-2021, Stcrt. 2021, 28439 (uitgifte: 04-06-2021, regelingnummer: WBV 2021/7)
- Inwerkingtreding
25-06-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-05-2021, Stcrt. 2021, 28439 (uitgifte: 04-06-2021, regelingnummer: WBV 2021/7)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Algemeen
In artikel 3.109a, eerste lid, Vb is beschreven dat de vreemdeling gebruik kan maken van de diensten van een tolk tijdens de gehoren en op andere momenten waarop dat noodzakelijk is om zijn zaak voor te leggen, indien een goede communicatie zonder die diensten niet kan worden gewaarborgd. In artikel 38 Vw staat beschreven dat de vreemdeling wordt gehoord in een taal waaraan de vreemdeling de voorkeur geeft, tenzij er een andere taal kan worden gebruikt die hij begrijpt en waarin hij helder kan communiceren. De IND hanteert hierbij het uitgangspunt dat de vreemdeling wordt gehoord in een taal waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de vreemdeling die kan verstaan. Dit geldt ook voor het aanmeldgehoor.
De IND beschouwt als talen waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de vreemdeling die kan verstaan in ieder geval:
- •
de officiële taal of één van de officiële talen van het gestelde land van herkomst van de vreemdeling;
- •
één van de lokale voertalen waarin in het gestelde land van herkomst van de vreemdeling onderwijs wordt gegeven;
- •
een taal die in de gestelde streek van herkomst van de vreemdeling feitelijk door een meerderheid van de bevolking wordt gesproken; en
- •
een voertaal of handelstaal die in het gestelde land van herkomst van de vreemdeling op nationaal of regionaal niveau feitelijk tussen sprekers van verschillende talen wordt gebruikt.
Als een vreemdeling stelt tot een minderheid in het land van herkomst te behoren, veronderstelt de IND dat hij naast ten minste één taal die valt onder de hierboven genoemde soorten talen, ook de lokale taal of het dialect van de gestelde minderheid verstaat.
Een vreemdeling kan de IND verzoeken door een vrouwelijke of mannelijke ambtenaar van de IND en met behulp van een vrouwelijke of mannelijke tolk gehoord te worden. De IND heeft een inspanningsverplichting met betrekking tot een dergelijk verzoek.
De gemachtigde van de vreemdeling mag als waarnemer bij het nader gehoor aanwezig zijn. De gemachtigde mag de aanvang en het verloop van het gehoor niet ophouden.
De IND verstrekt een rapport van nader gehoor niet aan de gemachtigde van de vreemdeling als de vreemdeling heeft aangegeven hier bezwaar tegen te hebben. Dit geldt ook voor het rapport van het aanmeldgehoor, het rapport van het Dublin gehoor dan wel, indien van toepassing, voor het rapport van aanvullend gehoor in zin van artikel 30, tweede lid, Vw.
Het nader gehoor
Tijdens het nader gehoor stelt de IND de vreemdeling in de gelegenheid om de gronden van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aan te dragen.
De IND neemt bij een alleenstaande minderjarige vreemdeling vanaf zes jaar een nader gehoor af. Dit gebeurt zo veel mogelijk in aanwezigheid van de voogd.
De IND hoort alleenstaande minderjarige vreemdelingen jonger dan twaalf jaar in een speciale daarvoor ingerichte, kindvriendelijke ruimte. Als uit een pedagogisch of psychologisch onderzoek blijkt dat een vreemdeling jonger dan twaalf jaar problemen heeft die een nader gehoor belemmeren, zoekt de IND naar een wijze waarop het nader gehoor kan worden afgenomen, dan wel naar een andere passende oplossing.
Een minderjarig kind vanaf vijftien jaar dat begeleid wordt door een ouder of een wettelijke vertegenwoordiger, dient een eigen aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in en krijgt een eigen nader gehoor. Een minderjarig kind tussen twaalf en vijftien jaar namens wie een ouder of wettelijke vertegenwoordiger een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd indient, krijgt in principe geen nader gehoor. De IND maakt hierop een uitzondering als de vreemdeling of een ouder of een wettelijk vertegenwoordiger hierom verzoekt of als er naar het oordeel van de IND een goede reden is om de vreemdeling te horen. Als de vreemdeling aangeeft los van zijn ouders zelfstandige asielmotieven te hebben, kan dit voor de IND reden zijn om het kind tussen twaalf en vijftien jaar hierover te horen.
De IND houdt bij het horen van minderjarigen rekening met de leeftijd, het ontwikkelingsniveau en de belasting van de minderjarige.
De IND geeft de vreemdeling een termijn van twee weken om schriftelijk op het rapport van nader gehoor te reageren, als het nader gehoor is afgenomen in de verlengde asielprocedure.
Paragraaf C1/2.10 Vc is van toepassing op een verzoek van de vreemdeling aan de IND om uitstel voor het indienen van een reactie op het rapport van nader gehoor.
Als de vreemdeling in vreemdelingenbewaring zit, hanteert de IND een afwijkende werkwijze.
Als de vreemdeling in vreemdelingenbewaring zit en de aanvraag niet in de algemene asielprocedure wordt behandeld, overhandigt de IND het rapport van nader gehoor tegelijkertijd met het voornemen aan de vreemdeling. De reactietermijn op het rapport van nader gehoor is dan gelijk aan de reactietermijn op het voornemen, te weten twee weken. Paragraaf C1/2.10 Vc is van toepassing op een verzoek om uitstel voor het indienen van een reactie op het rapport van nader gehoor.
In artikel 3.113, vijfde en zesde lid, Vb is opgenomen dat de vreemdeling wordt verzocht uiterlijk op de vierde dag schriftelijk te bevestigen dat de inhoud van het verslag een correcte afspiegeling is van het nader gehoor. Deze termijn wordt in het verslag van het nader gehoor vermeld. Aan de vreemdeling wordt een formulier verzonden, waarin wordt gevraagd of hij kan bevestigen dat de inhoud van het verslag een correcte afspiegeling is van het nader gehoor. Indien de vreemdeling weigert te bevestigen dat de inhoud van het verslag een correcte afspiegeling van het nader gehoor vormt, kan hij redenen aangeven waarom hij dit weigert. De redenen voor deze weigering worden in zijn dossier opgenomen, samen met de correcties en aanvullingen op het nader gehoor. Die weigering belet de IND niet om een beslissing op de aanvraag te nemen. De IND gaat in het besluit in op de door de vreemdeling aangevoerde redenen voor zijn weigering.