Uitvoeringswet verdrag biologische wapens
Artikel 7a
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
17-05-2010, Stb. 2010, 350 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 31959)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
Deze wet is mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, met dien verstande dat:
- a.
hij die een voorschrift overtreedt, gesteld bij of krachtens de artikelen 2, eerste en derde lid, 3 en 4, als schuldig aan een overtreding wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie;
- b.
hij die een voorschrift overtreedt, gesteld bij of krachtens de artikelen 2, eerste en derde lid, 3 en 4, als schuldig aan een misdrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien het feit opzettelijk is begaan;
- c.
hij die een voorschrift overtreedt, gesteld bij of krachtens de artikelen 2, eerste en derde lid, 3 en 4, als schuldig aan een misdrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien het feit opzettelijk is begaan met een terroristisch oogmerk als bedoeld in artikel 84b van het Wetboek van Strafrecht BES, dan wel met het oogmerk om een terroristisch misdrijf als bedoeld in artikel 84a van dat wetboek voor te bereiden of gemakkelijk te maken;
- d.
in afwijking van artikel 5 in plaats van de in artikel 7, onder e, van de Wet op de economische delicten bedoelde voorwerpen worden bedoeld de voorwerpen die behoren tot de onderneming van degene die overeenkomstig deze wet is veroordeeld en voor zover deze voorwerpen soortgelijk zijn aan en met betrekking tot het delict verband houden met die, genoemd in artikel 35 van het Wetboek van Strafrecht BES.
- e.
in afwijking van artikel 1, tweede lid:
- 1°
met controle op de naleving van het bij of krachtens deze wet bepaalde zijn belast:
- –
de bij besluit van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ieder voor zoveel het hem aangaat, aangewezen ambtenaren;
- –
de bij of krachtens artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering BES aangewezen ambtenaren, en
- 2°
de onder 1° bedoelde ambtenaren – voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van voornoemde controlerende taak nodig is – bevoegd zijn:
- –
inzage te vorderen van gegevens en bescheiden alsmede daarvan kopieën te maken;
- –
elke plaats te betreden;
- –
zaken te onderzoeken, aan opneming te onderwerpen en daarvan monsters te nemen en daartoe verpakkingen te openen;
- –
vervoermiddelen en daarmee vervoerde lading te onderzoeken.