Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 2.23.6 Afwijzingsgronden
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2029
- Bronpublicatie:
24-11-2023, Stcrt. 2023, 33072 (uitgifte: 01-12-2023, regelingnummer: WJZ/40757653)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2023, Stcrt. 2023, 33072 (uitgifte: 01-12-2023, regelingnummer: WJZ/40757653)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
De minister besluit afwijzend op een aanvraag indien:
- a.
ten aanzien van hetzelfde project eerder subsidie is verstrekt op grond van artikel 2.23.2;
- b.
de onrendabele top voor het efficiënte warmtenet, berekend met gebruikmaking van de formules en uitgangspunten in onderdeel 1 van bijlage 2.23.1 en een model exploitatieberekening dat door de minister beschikbaar wordt gesteld, lager is dan 25% van de subsidiabele kosten;
- c.
de kwaliteit van het project onvoldoende is, blijkend uit de uitwerking van het project, het voorlopig of definitief ontwerp, de omgang met risico's, de uitvoerbaarheid, de aantoonbaarheid dat alle benodigde partijen die een essentiële rol spelen in de keten van warmtelevering en stakeholders in het project vertegenwoordigd zijn, de mate waarin de beschikbare middelen effectief en efficiënt worden ingezet of de juridische haalbaarheid;
- d.
de hoogte van de subsidie minder dan € 125.000,- bedraagt;
- e.
niet met gebruikmaking van het model, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Besluit vaststelling modellen ex artikel 7a, vierde lid, Warmteregeling aannemelijk is gemaakt dat het aan te leggen warmtenet zal voldoen aan artikel 46, tweede lid van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
- f.
niet kan worden aangetoond dat ten minste 60% van de totale capaciteit, met uitzondering van overcapaciteit of koppelleiding, die volgens het projectplan nodig is voor de warmtelevering aan glastuinbouwondernemingen binnen de looptijd van het project zal worden aangesloten.