Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/619
Personen- en familierecht. Verzoek biologische vader om vervangende toestemming voor erkenning kind, art. 1:204 lid 3 BW. Voorwaardelijk karakter van erkenning door andere man, gedaan met toestemming moeder nadat verzoeker bij brief van advocaat toestemming aan moeder had gevraagd. HR 30 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3196, NJ 2015/455.
HR 13-05-2016, ECLI:NL:HR:2016:851
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 mei 2016
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, M.V. Polak
- Zaaknummer
15/02613
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:851, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑05‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:33, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑02‑2016
Essentie
Personen- en familierecht. Verzoek biologische vader om vervangende toestemming voor erkenning kind, art. 1:204 lid 3 BW. Voorwaardelijk karakter van erkenning door andere man, gedaan met toestemming moeder nadat verzoeker bij brief van advocaat toestemming aan moeder had gevraagd. HR 30 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3196, NJ 2015/455.
Partij(en)
- 1.
[de man],
- 2.
Mr. Johanna Louise Muller, in haar hoedanigheid van bijzondere curator over de minderjarige [de dochter], te Amsterdam, verzoekers tot cassatie, adv.: mr. H.J.W. Alt,
tegen
[de moeder], verweerster in cassatie, adv.: mr. M.E.M.G. Peletier.