RvdW 2014/562
Ontneming van voordeel na witwassen van opbrengst belastingontduiking.
HR 25-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:693
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 maart 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, J. Wortel
- Zaaknummer
11/04029
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:693, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2076, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑11‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2012
- Wetingang
Essentie
In zijn arrest van 7 oktober 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD2774, NJ 2009/94, heeft de HR geoordeeld dat er geen beletsel is om vermogensbestanddelen waarover men de beschikking had doordat belasting is ontdoken, aan te merken als voorwerpen ‘afkomstig (...) van enig misdrijf’ in de zin van de art. 420bis en 420quater Sr. Daaruit mag niet worden afgeleid dat voor de belastingdienst verzwegen vermogensbestanddelen steeds in volle omvang moeten worden beschouwd als de opbrengst van een bij de belastingwet strafbaar gesteld feit, als bedoeld in art. 36e Sr in samenhang met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.