NJB 2014/208
Opschorting. A draagt bouwwerkzaamheden op aan B. Op enig moment staakt B de werkzaamheden en stuurt hij een factuur. A beroept zich op een opschortingsrecht. B biedt aan een deel van de werkzaamheden alsnog uit te voeren, op voorwaarde dat A een deel van de openstaande factuur betaalt. A gaat niet op dit aanbod in. Het hof overweegt dat dit onredelijk van A was. HR: Om tot dit oordeel te kunnen komen had het hof moeten onderzoeken of de door A gestelde tegenvordering bestaat en of de omvang van die tegenvordering voldoende is om het beroep op een opschortingsrecht te kunnen rechtvaardigen
HR 17-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:95
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 januari 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/00251
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:95, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑01‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:990, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑12‑2012
- Wetingang
art. 6:52 BW
Essentie
Opschorting. A draagt bouwwerkzaamheden op aan B. Op enig moment staakt B de werkzaamheden en stuurt hij een factuur. A beroept zich op een opschortingsrecht. B biedt aan een deel van de werkzaamheden alsnog uit te voeren, op voorwaarde dat A een deel van de openstaande factuur betaalt. A gaat niet op dit aanbod in. Het hof overweegt dat dit onredelijk van A was. HR: Om tot dit oordeel te kunnen komen had het hof moeten onderzoeken of de door A gestelde tegenvordering bestaat en of de omvang van die tegenvordering voldoende is om het beroep op een opschortingsrecht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.