Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/945
Strafmotivering. HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2010/586 en NJ 2017/400 m.b.t. betrekken niet tlgd. feit bij strafoplegging. De eerdere veroordeling waaraan hof gewicht hecht in de strafmotivering was nog niet onherroepelijk t.t.v. het begaan van de feiten waarop de strafoplegging betrekking heeft. De strafoplegging is daarom ontoereikend gemotiveerd. Samenhang met 20/00253 en 20/00256.
HR 21-09-2021, ECLI:NL:HR:2021:1262
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 september 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, T. Kooijmans
- Zaaknummer
20/00254
- Conclusie
P-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1262, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑09‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:530, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑2021
Essentie
Strafmotivering. HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2010/586 en NJ 2017/400 m.b.t. betrekken niet tlgd. feit bij strafoplegging. De eerdere veroordeling waaraan hof gewicht hecht in de strafmotivering was nog niet onherroepelijk t.t.v. het begaan van de feiten waarop de strafoplegging betrekking heeft. De strafoplegging is daarom ontoereikend gemotiveerd. Samenhang met 20/00253 en 20/00256.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/00254
Datum 21 september 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 22 januari 2020, nummer 22-000275-19, in de strafzaak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.