Einde inhoudsopgave
Richtlijn 1999/105/EG betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 15-01-2000
- Bronpublicatie:
22-12-1999, PbEG 2000, L 11 (uitgifte: 15-01-2000, regelingnummer: 1999/105/EG)
- Inwerkingtreding
15-01-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-1999, PbEG 2000, L 11 (uitgifte: 15-01-2000, regelingnummer: 1999/105/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Douane (V)
1.
De lijst van soorten en kunstmatige hybriden in bijlage I kan worden gewijzigd volgens de procedure van artikel 26, lid 3.
2.
Voorzover bepaalde soorten en kunstmatige hybriden niet aan de in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn onderworpen, kunnen de lidstaten voor hun eigen grondgebied dergelijke of minder strenge maatregelen nemen.
3.
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn niet van toepassing op bosbouwkundig teeltmateriaal in de vorm van plantgoed of plantendelen waarvan wordt aangetoond dat deze voor andere doeleinden dan bosbouw bestemd zijn.
In dat geval gaat het materiaal vergezeld van een etiket of een ander document, overeenkomstig andere communautaire of nationale bepalingen die op dat materiaal voor het beoogde doel van toepassing zijn. Indien die bepalingen ontbreken, en een leverancier zowel materiaal voor bosbouwdoeleinden als aantoonbaar niet voor bosbouwdoeleinden bestemd materiaal onder zich heeft, gaat de laatstgenoemde soort materiaal vergezeld van een etiket met de volgende tekst: ‘niet voor bosbouwdoeleinden’.
4.
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn niet van toepassing op bosbouwkundig teeltmateriaal waarvan wordt aangetoond dat het voor uitvoer of wederuitvoer naar derde landen bestemd is.