RvdW 2016/3
Dwaling huurder bedrijfspand i.v.m. bestemmingsplan; mededelingsplicht verhuurder ingeval van onbekendheid met juiste stand van zaken?; onderzoeksplicht verhuurder? Wettelijke rente; verzuim in nakoming restitutieverplichting?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 november 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/05345
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3424, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1668, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑08‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑04‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑10‑2014
Essentie
Dwaling huurder bedrijfspand i.v.m. bestemmingsplan; mededelingsplicht verhuurder ingeval van onbekendheid met juiste stand van zaken?; onderzoeksplicht verhuurder? Wettelijke rente; verzuim in nakoming restitutieverplichting?
Of de (onder)verhuurder de (onder)huurder had behoren in te lichten i.v.m. hetgeen zij omtrent de dwaling van de (onder)huurder wist of behoorde te weten, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Als uitgangspunt geldt dat voor de wederpartij van de dwalende bezwaarlijk een gehoudenheid tot het verschaffen van inlichtingen kan worden aangenomen m.b.t. omstandigheden waarvan zij niet op de hoogte is. Een verplichting tot ‘preventief’ inlichten mag niet te snel worden aangenomen, en van ...