Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2011/36/EU inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 14-07-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1712 (uitgifte: 24-06-2024, regelingnummer: 2024/1712)
- Inwerkingtreding
14-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1712 (uitgifte: 24-06-2024, regelingnummer: 2024/1712)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
1.
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te voorzien in hun rechtsmacht ten aanzien van de in artikel 2, artikel 3 en artikel 18 bis, lid 1, bedoelde strafbare feiten die:
- a)
geheel of gedeeltelijk op zijn grondgebied zijn gepleegd, of
- b)
zijn gepleegd door een eigen onderdaan.
2.
Een lidstaat stelt de Commissie in kennis van zijn besluit om zijn rechtsmacht tevens te vestigen over strafbare feiten in de zin van artikel 2, artikel 3 en artikel 18 bis, lid 1, die buiten zijn grondgebied zijn gepleegd, onder meer indien het strafbare feit is gepleegd:
- a)
tegen een van zijn onderdanen of tegen een persoon die zijn vaste woon- of verblijfplaats heeft op het grondgebied van die lidstaat;
- b)
ten voordele van een rechtspersoon die op zijn grondgebied is gevestigd, of
- c)
door iemand die zijn vaste woon- of verblijfplaats op zijn grondgebied heeft.
3.
Iedere lidstaat moet in de in lid 1, onder b), bedoelde gevallen, en kan in de in lid 2 genoemde gevallen de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat, met het oog op de vervolging van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde strafbare feiten die buiten zijn grondgebied zijn gepleegd, aan zijn rechtsmacht niet een van de volgende voorwaarden is verbonden:
- a)
de feiten zijn strafbaar op de plaats waar zij zijn gepleegd, of
- b)
vervolging kan slechts worden ingesteld indien het slachtoffer aangifte heeft gedaan op de plaats waar het strafbare feit is gepleegd of na een aanklacht door de staat waar het strafbare feit is gepleegd.