Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2011/36/EU inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 14-07-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1712 (uitgifte: 24-06-2024, regelingnummer: 2024/1712)
- Inwerkingtreding
14-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1712 (uitgifte: 24-06-2024, regelingnummer: 2024/1712)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
1.
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de hierna volgende opzettelijke gedragingen strafbaar te stellen:
het werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen van personen, daaronder begrepen de wisseling of overdracht van de controle over deze personen, door dreiging met of gebruik van geweld of andere vormen van dwang, door ontvoering, bedrog, misleiding, machtsmisbruik of misbruik van een kwetsbare positie of het verstrekken of in ontvangst nemen van betalingen of voordelen, teneinde de instemming van een persoon te verkrijgen die controle heeft over een andere persoon, ten behoeve van uitbuiting.
2.
Met een kwetsbare positie wordt een situatie bedoeld waarin de betrokkene geen andere werkelijke of aanvaardbare keuze heeft dan het misbruik te ondergaan.
3.
Uitbuiting omvat ten minste uitbuiting van prostitutie van anderen, andere vormen van seksuele uitbuiting, gedwongen arbeid of dienstverlening, bedelarij daaronder begrepen, slavernij of met slavernij vergelijkbare praktijken, dienstbaarheid, uitbuiting van strafbare activiteiten, de verwijdering van organen, uitbuiting van draagmoederschap, van gedwongen huwelijken of van illegale adoptie.
4.
De instemming van een slachtoffer van mensenhandel met de beoogde of daadwerkelijke uitbuiting is irrelevant indien een van de in lid 1 genoemde middelen is gebruikt.
5.
De in lid 1 bedoelde handelingen die betrekking hebben op een kind zijn strafbaar als mensenhandel, ook al is geen van de in lid 1 genoemde middelen gebruikt. Dit lid is niet van toepassing op de uitbuiting van draagmoederschap als bedoeld in lid 3, tenzij de draagmoeder een kind is.
6.
Voor de toepassing van deze richtlijn betekent ‘kind’ of ‘minderjarige’ elke persoon beneden de leeftijd van 18 jaar.