Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2011/36/EU inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 14-07-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1712 (uitgifte: 24-06-2024, regelingnummer: 2024/1712)
- Inwerkingtreding
14-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1712 (uitgifte: 24-06-2024, regelingnummer: 2024/1712)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
1.
De in dit artikel bedoelde beschermingsmaatregelen zijn onverminderd de in Richtlijn 2012/29/EU vastgestelde rechten van toepassing.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat slachtoffers van mensenhandel onverwijld toegang hebben tot juridisch advies en, overeenkomstig de rol die hun rechtsstelsel aan het slachtoffer toebedeelt, tot vertegenwoordiging in rechte, ook voor het instellen van een schadevordering. Juridisch advies en vertegenwoordiging in rechte moeten kosteloos zijn als het slachtoffer over onvoldoende financiële middelen beschikt.
3.
De lidstaten zorgen ervoor dat het slachtoffer van mensenhandel op basis van een individuele risicoanalyse de nodige bescherming krijgt, onder meer, in voorkomend geval en in overeenstemming met de nationale rechts- en procedurele criteria, door toegang tot een getuigenbeschermingsprogramma of soortgelijke maatregelen.
4.
Onverminderd de rechten van de verdediging zorgen de lidstaten ervoor dat het slachtoffer van mensenhandel, na een individuele beoordeling van zijn persoonlijke situatie door de bevoegde autoriteiten, een specifieke behandeling geniet die erop is gericht secundaire victimisatie te voorkomen door, voor zover mogelijk en in overeenstemming met nationale rechtscriteria en met regels die zijn ontleend aan de rechterlijke beoordelingsvrijheid, de rechtspraktijk en rechterlijke richtsnoeren, te vermijden dat:
- a)
ondervragingen onnodig worden herhaald tijdens het onderzoek, de vervolging en het proces;
- b)
visueel contact plaatsvindt tussen slachtoffers en verdachten, waaronder tijdens het optreden als getuige, bijvoorbeeld bij ondervraging en kruisverhoor, en daartoe gebruik te maken van passende middelen, waaronder adequate communicatietechnologie;
- c)
het optreden als getuige tijdens de openbare zitting plaatsvindt, alsmede
- d)
nodeloze vragen over het privéleven worden gesteld.