Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1068
Profijtontneming en hennepteelt. In de hoofdzaak is bewezenverklaard dat betrokkene de hennepkwekerij in zijn woning tezamen en in vereniging met een ander in bedrijf heeft gehad. Gelet daarop is het oordeel dat het gehele bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel aan betrokkene moet worden toegerekend, niet begrijpelijk.
HR 18-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1692
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 september 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
17/02996 P
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1692, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:622, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑06‑2018
Essentie
Profijtontneming en hennepteelt. In de hoofdzaak is bewezenverklaard dat betrokkene de hennepkwekerij in zijn woning tezamen en in vereniging met een ander in bedrijf heeft gehad. Gelet daarop is het oordeel dat het gehele bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel aan betrokkene moet worden toegerekend, niet begrijpelijk.
Partij(en)
18 september 2018
Strafkamer
nr. S 17/02996 P
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 29 maart 2017, nummer 21/004733-15, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene] , ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.