Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/43:43 Toetsingskader: grondslagverweer of bevrijdend verweer
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/43
43 Toetsingskader: grondslagverweer of bevrijdend verweer
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691970:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Vgl. HR 9 september 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1438, NJ 1995/113 met nt. PAS (Clark/Rentokil) en de conclusie van A-G W.D.H. Asser vóór het arrest HR 25 november 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1551, NJ 1995/271 randnr. 2.15 (zoon/ouders); zie ook Asser 1994, p. 44 e.v. en Asser 1998 in 1.1.2 (Asser Procesrecht/Asser 3 2023/112). De onsplitsbaarheid van de Geständnis is in Duitsland uitgesloten, § 289 ZPO (Asser Procesrecht/Asser 3 2023/112a).
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Zoals is besproken, kan sprake zijn van een bevrijdend verweer na een erkenning of een niet-betwisting door verweerder van de feiten door eiser gesteld. In deze paragraaf wordt een toetsingskader ontwikkeld voor de beoordeling of ingeval van erkenning (of niet-betwisten) van een gedeelte van de door eiser gestelde feiten het verweer een grondslagverweer oplevert of een bevrijdend verweer.
Geeft verweerder een andere voorstelling van zaken van de feiten dan kan sprake zijn van een complicatie: het is mogelijk dat verweerder zijn lezing van de feiten geeft waarbij verweerder niet ondubbelzinnig de feiten zoals door eiser gesteld weerspreekt; ook is mogelijk dat verweerder een stelling van eiser geclausuleerd erkent. Indien de rechter concludeert dat sommige feiten van het feitencomplex zoals door eiser gesteld niettegenstaande de eigen lezing of gedeeltelijke erkenning van verweerder zijn komen vast te staan, en verweerder de bewijslast krijgt van de niet-vaststaande feiten, wordt het verweer van verweerder ter zake van de niet-vaststaande elementen (impliciet) gekwalificeerd als een bevrijdend verweer. Het isoleren of splitsen van bepaalde feitelijke elementen van het verweer ten nadele van verweerder kan tot een verkeerde verdeling van het bewijsrisico leiden: de verweerder krijgt ten aanzien van zijn verweer bewijslast waar hij die naar de hoofdregel niet behoort te dragen.1 Voor een goed begrip zal onderscheid worden gemaakt tussen een geclausuleerde erkenning en een eigen lezing van de feiten door verweerder.