NJ 1995, 271
Bewijslast geldlening
HR 25-11-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1551
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 november 1994
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Mijnssen, Heemskerk, Swens-Donner, Asser
- Zaaknummer
15504
- LJN
ZC1551
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1551, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑11‑1994
- Wetingang
Rv (oud) art. 177
Essentie
Bewijslast geldlening.
Samenvatting
Miskenning van het verweer leidt tot een onjuiste verdeling van de bewijslast.
Partij(en)
H.G.J.S., te B., eiser tot cassatie, adv. mr. T. Cohen Jehoram,
tegen
- 1.
A.M.S.-M.,
- 2.
P.S., beiden te S., verweerders in cassatie, adv. mr. R.S. Meijer.
Voorgaande uitspraak
Hof:
4
De beoordeling
4.1
Middels de grieven heeft S. jr het geschil tussen partijen in volle omvang aan het Hof ter beoordeling voorgelegd.
4.2
Het Hof zal uitgaan van de volgende — niet of onvoldoende betwiste — feiten. S. Jr., jongste van drie kinderen, heeft van zijn moeder gekocht een woonhuis gelegen te M., ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.