Mandaatbesluit LNV Voedsel en Waren Autoriteit
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
22-12-2010, Stcrt. 2010, 20988 (uitgifte: 31-12-2010, regelingnummer: 169123)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2010, Stcrt. 2010, 20988 (uitgifte: 31-12-2010, regelingnummer: 169123)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
De inspecteur-generaal en de plaatsvervangend inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:
- a.
de uitgifte van legitimatiebewijzen als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht aan ambtenaren van de Voedsel en Waren Autoriteit;
- b.
de afdoening van klachten betreffende gedragingen van ambtenaren van de Voedsel en Waren Autoriteit, voor zover de klacht niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende klachten niet voortvloeit dat de beantwoording door de Minister persoonlijk of namens deze door de Secretaris-Generaal dient te worden ondertekend;
- c.
de beantwoording van aan de minister gerichte individuele brieven, het werkterrein van zijn dienst betreffende voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende brieven niet voortvloeit dat de beantwoording door de minister persoonlijk of namens deze door de secretaris-generaal dient te worden ondertekend.
2.
De inspecteur-generaal en de plaatsvervangend inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur en de plaatsvervangend directeur Dienst Uitvoering van de Voedsel en Waren Autoriteit zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende de afwijzing van verzoeken om schadevergoeding en de toekenning tot bedragen van ten hoogste € 50.000,‒.
3.
De inspecteur-generaal en de plaatsvervangend inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur bedrijfsvoering van de Voedsel en Waren Autoriteit zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard.