Mandaatbesluit LNV Voedsel en Waren Autoriteit
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
22-12-2010, Stcrt. 2010, 20988 (uitgifte: 31-12-2010, regelingnummer: 169123)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2010, Stcrt. 2010, 20988 (uitgifte: 31-12-2010, regelingnummer: 169123)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
De inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur, de plaatsvervangend directeur, de regiodirecteuren en de plaatsvervangend regiodirecteuren en de keuringsdierenartsen Dienst Uitvoering van de Voedsel en Warenautoriteit wordt mandaat verleend om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:
- a.
besluiten als bedoeld in de artikelen 2.32, 2.42 en 2.51 van de Regeling handel levende dieren en levende producten;
- b.
de overeenkomst, bedoeld in de artikelen 2.44, eerste lid, van de Regeling handel levende dieren en levende producten;
- c.
de vordering, bedoeld in artikel 2.45, tweede lid, van de Regeling handel levende dieren en levende producten;
- d.
de toestemming, bedoeld in artikel 8.5b, vierde lid, van de Regeling handel levende dieren en levende producten;
- e.
de maatregelen, bedoeld in artikel 9.9, van de Regeling handel levende dieren en levende producten;
- f.
de goedkeuring, bedoeld in artikel 5, van de Regeling paardensperma;
- g.
vervallen;
- h.
vervallen;
- i.
het afgeven van gezondheidscertificaten en het treffen van maatregelen op grond van Bijlage II, Hoofdstukken III en VIII, eerste volzin op grond van Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (PbEU L273);
- j.
het onderzoeken op salmonella op grond van Bijlage VII, Hoofdstuk II, onder 13, op grond van Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (PbEU L273);
- k.
besluiten die op grond van artikel 4, eerste lid, van de Regeling vleeskeuring door de bevoegde autoriteit worden genomen, voor zover dit besluiten zijn die worden genomen op grond van artikel 54 van verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PbEU L 165);
- l.
het treffen van maatregelen, bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.2 van de Regeling veterinairrechtelijke voorschriften handel dierlijke producten;
- m.
besluiten die op grond van communautaire maatregelen, genoemd in artikel 1.1.1 van de Regeling veterinairrechtelijke voorschriften handel dierlijke producten door de bevoegde autoriteit worden, voorzover dit niet zijn besluiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel d;
- n.
besluiten die op grond van communautaire uitvoeringsmaatregelen als bedoeld in artikel 1.1.2, onderdeel b, van de Regeling veterinairrechtelijke voorschriften handel dierlijke producten door de bevoegde autoriteit worden, voorzover dit niet zijn besluiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel e;
- o.
besluiten die op grond van communautaire vrijwaringsmaatregelen als bedoeld in artikel 11A.1 van de Regeling handel levende dieren en levende dierlijke producten door de bevoegde autoriteit worden genomen, voor zover dit niet zijn besluiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel v;
- p.
besluiten die op grond van communautaire uitvoeringsmaatregelen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Regeling handel levende dieren en levende dierlijke producten door de bevoegde autoriteit worden genomen, voor zover dit niet zijn besluiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel zz.