Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/6 betreffende diergeneesmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 2001/82/EG
Artikel 108 Registratie door eigenaars en houders van voedselproducerende dieren
Geldend
Geldend vanaf 27-01-2019
- Bronpublicatie:
11-12-2018, PbEU 2019, L 4 (uitgifte: 07-01-2019, regelingnummer: 2019/6)
- Inwerkingtreding
27-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, PbEU 2019, L 4 (uitgifte: 07-01-2019, regelingnummer: 2019/6)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
EU-recht / Marktintegratie
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
De eigenaars of — wanneer de dieren niet worden gehouden door de eigenaars — de houders van voedselproducerende dieren houden registers bij van de geneesmiddelen die zij gebruiken en, indien van toepassing, een kopie van het diergeneeskundig voorschrift.
2.
De in lid 1 bedoelde registers omvatten:
- a)
de datum waarop het geneesmiddel voor het eerst aan de dieren is toegediend;
- b)
de benaming van het geneesmiddel;
- c)
de hoeveelheid van het toegediende geneesmiddel;
- d)
de naam of handelsnaam en de woonplaats of maatschappelijke zetel van de leverancier;
- e)
de aankoopbewijzen van de geneesmiddelen die zij gebruiken;
- f)
de identificatie van het behandelde dier of de behandelde groep dieren;
- g)
de naam en de contactgegevens van de dierenarts die het geneesmiddel heeft voorgeschreven, indien van toepassing;
- h)
de wachttijd, zelfs als die nul is;
- i)
de duur van de behandeling.
3.
Indien de gegevens die overeenkomstig lid 2 van dit artikel moeten worden opgeslagen, al terug te vinden zijn op de kopie van het diergeneeskundig voorschrift, in een op het bedrijf bijgehouden register of voor paardachtigen in het unieke, levenslang geldige identificatiedocument bedoeld in artikel 8, lid 4, hoeven zij niet apart te worden opgeslagen.
4.
De lidstaten kunnen aanvullende vereisten vaststellen inzake registratie door eigenaars en houders van voedselproducerende dieren.
5.
De gegevens in die registers worden overeenkomstig artikel 123 gedurende minstens vijf jaar ter beschikking gehouden voor inspectie door de bevoegde autoriteiten.