Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/188
Verrekening alimentatievordering vrouw met gecedeerde vordering man uit hoofde overbedeling?; art. 6:130 lid 1 BW; doorbreking hoofdregel identiteit van partijen; uitzonderingskarakter; vereiste van ‘dezelfde rechtsverhouding’; nauwe samenhang; beoordelingsmoment.
HR 27-01-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU3777
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 januari 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, F.B. Bakels, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
10/02732
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BU3777
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Alimentatie
Vermogensrecht (V)
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BU3777, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑01‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BU3777, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑11‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑05‑2010
- Wetingang
Essentie
Verrekening alimentatievordering vrouw met gecedeerde vordering man uit hoofde overbedeling?; art. 6:130 lid 1 BW; doorbreking hoofdregel identiteit van partijen; uitzonderingskarakter; vereiste van ‘dezelfde rechtsverhouding’; nauwe samenhang; beoordelingsmoment.
Het uitzonderingskarakter van art. 6:130 lid 1 BW - dat aan de schuldenaar de bevoegdheid tot verrekening toekent ingeval de vordering onder bijzondere titel is overgegaan op een derde mits zijn tegenvordering voortvloeit uit dezelfde rechtsverhouding als de overgegane vordering - brengt mee dat de bevoegdheid tot verrekening slechts kan worden aanvaard als de tegenvordering voldoende nauw samenhangt met de gecedeerde vordering om doorbreking van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.