Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/740
Profijtontneming. Bepaling voordeel in strijd met vermoeden van onschuld ex art. 6 van Richtlijn (EU) 2016/343? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 11-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:895
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 juni 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
18/00720
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:895, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:615, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑04‑2019
Essentie
Profijtontneming. Bepaling voordeel in strijd met vermoeden van onschuld ex art. 6 van Richtlijn (EU) 2016/343? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/00720
Datum 11 juni 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 9 februari 2018, nummer 23/005784-13, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste
van
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1963,
hierna: de betrokkene.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1. Het gerechtshof Amsterdam heeft bij uitspraak van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.