Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 2.19.6 Subsidievoorwaarden/verplichtingen ontvanger
Geldend
Geldend van 01-03-2023 tot 01-01-2026
- Bronpublicatie:
27-02-2023, Stcrt. 2023, 6727 (uitgifte: 28-02-2023, regelingnummer: WJZ/ 22573857)
- Inwerkingtreding
01-03-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-02-2023, Stcrt. 2023, 6727 (uitgifte: 28-02-2023, regelingnummer: WJZ/ 22573857)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De subsidieontvanger, voor zover deze valt onder het bepaalde in artikel 2.19.3, eerste lid, houdt zich aan het bepaalde in paragraaf 1 van Hoofdstuk 3 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet.
2.
De subsidieontvanger, voor zover deze valt onder het bepaalde in artikel 2.19.3, tweede lid:
- a.
houdt zich aan artikel 8 van de Meststoffenwet,
- b.
houdt zich aan het bepaalde bij of krachtens artikel 5 van het Besluit gebruik meststoffen, en
- c.
draagt er voor zorg dat in het kalenderjaar waarvoor de subsidie is aangevraagd ten minste 80% van de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond uit grasland bestaat.
3.
De subsidieontvanger meldt een wijziging in de omvang van het bij het bedrijf behorende graslandareaal uiterlijk 30 dagen na het moment waarop deze wijziging zich heeft voorgedaan met gebruikmaking van een middel dat hiervoor door de minister beschikbaar wordt gesteld.