De exhibitieplicht
Einde inhoudsopgave
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/9.1:9.1 Inleiding
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/9.1
9.1 Inleiding
Documentgegevens:
mr. J. Ekelmans, datum 02-12-2010
- Datum
02-12-2010
- Auteur
mr. J. Ekelmans
- JCDI
JCDI:ADS380736:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Wanneer de exhibitieplicht zich verder uitbreidt in toepassingsgebied en reikwijdte en voldoende duidelijk is, wanneer verstrekking geweigerd kan worden met een beroep op bijvoorbeeld vertrouwelijkheid en proportionaliteit, dan kan de vraag opkomen, of het niet beter en/of praktischer is om een ruime(re) verplichting tot spontane verstrekking van bescheiden te aanvaarden. Het is ook mogelijk dat de toepassing van de exhibitieplicht zo uit de hand loopt, dat spontanere verstrekking van bescheiden als een oplossing wordt gezien. Zo is het althans gegaan in de VS. Daar heeft de wetgever in 1990 ingegrepen, waarna is besloten tot introductie van een verplichting tot spontane verstrekking van bescheiden. Dat gebeurde circa 50 jaar na introductie van de pre-trial discovery of documents en nadat de reikwijdte van de verplichtingen was uitgebreid én een proportionaliteitstoets was geïntroduceerd.
Zoals in de VS zijn wij niet: de daadwerkelijke ontwikkeling van de exhibitieplicht omspant een periode van minder dan tien jaar, terwijl stappen die in de VS al gezet waren toen de spontane verstrekkingsplicht werd geïmplementeerd, bij ons nog gezet moeten worden. Tegelijkertijd is denkbaar dat het toenemende belang van de exhibitieplicht en de toenemende duidelijkheid van de reikwijdte van de exhibitieplicht er als vanzelf toe zullen leiden dat meer dan thans een verplichting tot spontane verstrekking aanvaard zal gaan worden. In dit hoofdstuk zie ik de vraag onder ogen of de keuze voor een ruimere verplichting tot spontane verstrekking van bescheiden aanbeveling verdient.