Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/946
Beslag ex 94 Sv mogelijk bij faillissement; conservatoir beslag ex 94a Sv niet
HR 13-07-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM4095
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 juli 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
08/04839 B
- Conclusie
A-G Vegter
- LJN
BM4095
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2010:BM4095, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑07‑2010
ECLI:NL:HR:2010:BM4095, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑07‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑01‑2009
- Wetingang
Essentie
Een faillissement staat gelet op art. 33 Faillisementswet niet eraan in de weg dat ex art. 94 Sv strafvorderlijk beslag wordt gelegd (vgl. HR NJ 1964, 144). Aangenomen moet worden dat in geval van faillissement van de beslagene wel een op de voet van art. 94a Sv gelegd conservatoir beslag vervalt, maar niet een op de voet van art. 94 Sv gelegd beslag.
Partij(en)
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Haarlem van 2 oktober 2008, nummer RK 08/959, op een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.